6.2
De verbranding en de ventilatie in de kachel instellen
Het verwarmingsvermogen wordt ingesteld door op knop (1) te drukken of met behulp van de meege-
leverde afstandsbediening. Druk op deze knop om het toevoerdebiet van de pellets naar de vuurhaard
in te stellen. Het maximale vermogen wordt bereikt wanneer de 5 leds allemaal branden.
Let op: de ventilator begint te draaien zodra de temperatuur van de rookgassen voldoende hoog is. De
ventilator kan met 6 verschillende snelheden draaien; ze worden aangegeven door 6 staafjes: druk
herhaaldelijk op knop (2) om de snelheid te wijzigen. Een lichte trilling van de kachel is normaal als de
ventilator draait. Er is altijd een staafje zichtbaar op het display, zelfs in de OFF-toestand.
6.3
Infrarode afstandsbediening
Een praktische infrarode afstandsbediening wordt met de kachel meegeleverd: druk op de linkerknop om de snelheid
van de ventilator in te stellen; druk op de rechterknop om het toestel in- of uit te schakelen en het verbrandingsniveau
te regelen. Als bij het toestel een radiografische (facultatieve) afstandsbediening is meegeleverd, werkt de infrarode
afstandsbediening alleen wanneer de manuele instelling MANUAL op de witte radiografische draadloze afstandsbedie-
ning is gekozen.
6.4
Bediening van de witte radiografische afstandbediening Thermocomfort (fa-
cultatief)
INLEIDING
De radiografische afstandsbediening "Thermocomfort" is een ideaal middel om u te helpen zowel het verbruik als de
werking te optimaliseren. Vergeet niet dat radiogolven beïnvloed kunnen worden door de omgeving: de aanwezigheid
van dikke muren kan de actieradius, die normaal 6 tot 7 meter bedraagt, beperken.
LET OP: om een optimale datatransmissie te garanderen, is het raadzaam de radiografische afstands-
bediening altijd verticaal in haar houder te zetten.
De volgende activiteiten moeten de eerste keer dat de kachel wordt opgestart worden uitgevoerd
- Zet de schakelaar (11 R) op ON (zie onderstaande tekening)
- Verbind de radiografische afstandsbediening door middel van de meegeleverde batterijoplader
met de netvoeding (stopcontact) (moet minstens 5 dagen lang opgeladen worden); aangezien de
oplaadbare batterijen geheel of volledig ontladen kunnen zijn). Laat de afstandsbediening altijd, via
de batterijlader, met het net verbonden. De kachel moet met de netstroom verbonden zijn en de
schakelaar moet in stand "1" staan.
LET OP: De Thermocomfort-functie is uitgeschakeld, d.w.z. OFF. Om haar te activeren drukt u in de
START-, WORK-, OFF-fase herhaaldelijk op knop (6) op het bedieningspaneel van de kachel tot het
woord "THERMOCOMFORT" op het display (7) verschijnt, gevolgd door de woorden Thermocomfort
Off".
Om de Thermocomfort-functie te activeren, drukt u een keer op de knop (3): "Thermocomfort On".
Om naar de originele bedrijfsmodus terug te keren, drukt u nog eens op de knop (6).
Aan het einde van het stookseizoen moet u de radiografische afstandsbediening volledig uitschake-
len, door middel van de schakelaar binnen het batterijvak, om een zo groot mogelijke levensduur
van de batterijen te verkrijgen. Op de batterijen is een garantie van 6 maanden. Wanneer de batte-
rijen versleten zijn, moet u ze reglementair uit gebruik nemen. Het is normaal dat de temperatuur-
sensor temperaturen detecteert die lichtjes verschillen van de werkelijke temperaturen: afwijkingen
veroorzaakt door de omgeving waarin de radiografische afstandsbediening is geplaatst.
p. 32