6. GEBRUIK VAN HET TOESTEL
Uw kachel heeft de CE-markering verkregen en heeft 1 uur gewerkt om te kijken of de kachel goed werkt. Het product
mag niet gebruikt worden door kinderen, door personen met een geestelijke of fysieke beperking, door personen die
niet op de hoogte zijn van de instructies op het gebied van gebruik en onderhoud van het product (deze instructies
staan in dit boekje). LET OP: Zorg er voor elk gebruik voor dat de brander schoon is en juist in zijn huis geplaatst is, zorg
er ook voor dat de asbakken leeg zijn en goed op hun plaats zitten en controleer of de deurhendel van de vlamkast
vergrendeld is. LET OP: De deur moet altijd dicht zijn als de kachel brandt. Het is ten strengste verboden de deur te
open tijdens de werking van de kachel. Terwijl de kachel werkt, kunnen de rookgasafvoerleidingen (schoorsteen) en de
kachel zelf heel warm worden: raak ze niet aan! Stel u niet te lang bloot aan de warme lucht die uit de kachel wordt
geblazen en laat het lokaal waar het toestel staat niet te sterk verhitten: gedragingen van dit type kunnen gezond-
heidsproblemen met zich meebrengen. Stel planten noch dieren rechtstreeks bloot aan de warme lucht: ze zouden er
nadeel van kunnen ondervinden. Het is ten strengste verboden vloeibare of vaste brandstof te gebruiken om de kachel
aan te maken: de kachel moet automatisch beginnen te branden zoals beschreven in dit installatie-, gebruiks- en on-
derhoudsboekje; daartoe moet absoluut vermeden worden om pellets (of ander materiaal) rechtstreeks in de vuurpot
te gieten. Plaats geen voorwerpen die niet tegen hoge temperaturen bestand zijn of ontvlambaar of brandbaar zijn in
de buurt van de kachel: houd ze op een passende afstand. Leg geen kleren op de kachel om ze te drogen. Eventuele
droogrekken moeten op een voldoende afstand worden gehouden. Het is absoluut verboden om de kachel van de net-
stroom te ontkoppelen.
6.1
Aanzetten van de inbouwkachel
Controleer voordat u het apparaat gebruikt of alle beweegbare onderdelen op hun plaats zitten; verwijder tevens even-
tuele labels en stickers van het glas om te voorkomen dat er sporen op het oppervlak achterblijven. Vergewis u er bo-
vendien van dat de vuurpot schoongemaakt is en goed op zijn basis rust (zie paragraaf 8).
Zet de schakelaar aan de achterkant van het apparaat in stand 1 (=ON). Druk op knop (1) om de opstartfase te beginnen.
Door knop (1) herhaaldelijk in te drukken, kan het gewenste verbrandingsniveau ingesteld worden en zal dit actief zijn
na afloop van de ontstekingsfase. De elektrische weerstand zal beginnen te gloeien en na een paar minuten zal de eer-
ste lading pellets in de vuurpot vallen. Dit komt doordat de doseerschroef de eerste keer volledig leeg is en dus eerst
gevuld moest worden. Om die reden moet de eerste keer dat de kachel wordt opgestart, de opstartfase twee keer
worden uitgevoerd.
LET OP: De opstartfase (het woord START verschijnt op het display) gaat door zolang het woord START
wordt weergegeven; tijdens die fase negeert de kachel alle ontvangen commando's. Als deze tijd
voorbij is, verschijnt het woord WORK op het display. De ventilator zal beginnen werken zodra de
rookgassen een voldoende hoge temperatuur hebben bereikt.
Tijdens de normale werking is het vervolgens mogelijk de verbranding en de ventilatie af te regelen:
De verbranding kan d.m.v. knop (1) in vijf stappen ingesteld worden (weergeven door max. 5 staafjes),
de ventilatie kan d.m.v. knop (2) op 6 niveaus ingesteld worden die aangeduid worden door het op-
lichten van de overeenkomstige staafjes op het display). Om de kachel aan te zetten, moet de indica-
tie OFF op het display te zien zijn: als dit niet het geval is, moet u de knop (6) herhaaldelijk indrukken
tot de indicatie OFF verschijnt.
p. 31