Onderhoud
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval
Na de eerste 8 bedrijfsuren
Na de eerste 50 bedrijfsuren
Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 25 bedrijfsuren
Om de 100 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
Om de 250 bedrijfsuren
Om de 400 bedrijfsuren
Om de 600 bedrijfsuren
Om de 1500 bedrijfsuren
Jaarlijks of vóór stalling
Belangrijk: Zie de Gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
Opmerking: Na 50 bedrijfsuren en daarna om de 100 bedrijfsuren (dat is na 150, 250, 350, etc.) verschijnt
op de urenteller de mededeling CHG OIL om u eraan te herinneren dat de olie moet worden ververst. Om
de 100 bedrijfsuren verschijnt op het scherm de mededeling SVC om u eraan te herinneren dat u andere
onderhoudswerkzaamheden moet uitvoeren op basis van een onderhoudsschema van 100, 200 of 400 bedrijfsuren.
Deze mededelingen verschijnen drie uur voor de onderhoudsinterval op het scherm en worden daarna gedurende zes
uur met regelmatige tussenpozen herhaald.
Onderhoudsprocedure
• Hydraulisch filter vervangen.
• Ververs de motorolie en vervang het filter.
• Controleer de spanning van de rupsbanden en breng ze op de juiste spanning.
• Motoroliepeil controleren.
• De tractie-eenheid smeren (onmiddellijk na elke wasbeurt).
• Controleer de luchtfilteronderhoud-indicator.
• Reinig de rupsbanden.
• Controleer de rupsbanden op overmatige slijtage (vervang de rupsbanden als deze
versleten zijn).
• Verwijder vuil van de tractie-eenheid
• Controleren of het bevestigingsmateriaal goed vast zit.
• Het peil van de hydraulische vloeistof controleren.
• Verwijder het luchtfilterdeksel, verwijder vuil en controleer de luchtfilteronderhoud-
indicator.
• De aandrijfriem op slijtage of beschadigingen controleren.
• De motorolie verversen.
• Controleer het peil van het accuzuur (alleen vervangende accu).
• Controleer de aansluitingen van de accukabels.
• Controleer de spanning van de rupsbanden en breng ze op de juiste spanning.
• Controleer de hydraulische leidingen op lekkages, losgeraakte aansluitingen, kinken,
loszittende steunen, slijtage, beschadigingen als gevolg van weersinvloeden en
de inwerking van chemicaliën.
• Controleer of er aangekoekt vuil op het chassis zit.
• Vervang het oliefilter.
• Controleer de bougies.
• Brandstoffilter vervangen.
• De drijfriem vervangen.
• Hydraulisch filter vervangen.
• Controleer en smeer de wegwielen.
• Hydraulische vloeistof verversen.
• Vervang het veiligheidsfilter
• Vervang alle bewegende hydraulische slangen.
• De spanning van de rupsbanden controleren en op de juiste spanning brengen.
• Beschadigde lak bijwerken
25