Een werktuig bevestigen
Belangrijk: Gebruik uitsluitend door Toro
goedgekeurde werktuigen. Werktuigen
kunnen verandering in de stabiliteit en de
gebruikseigenschappen brengen en de machine
minder stabiel maken. De garantie op de machine
kan komen te vervallen als werktuigen worden
gebruikt die niet zijn goedgekeurd.
Belangrijk: Voordat u het werktuig monteert,
moet u ervoor zorgen dat de bevestigingsplaten
vrij van vuil zijn en de pennen onbelemmerd
ronddraaien. Als de pennen niet vrij ronddraaien,
moeten ze gesmeerd worden.
1. Plaats het werktuig op een horizontaal oppervlak
en zorg ervoor dat er achter het werktuig genoeg
ruimte voor de machine is.
2. Start de motor.
3. Kantel de bevestigingsplaat voor het werktuig naar
voren.
4. Plaats de bevestigingsplaat in de bovenste lip van de
ontvangerplaat op het werktuig (Figuur 19).
Figuur 19
1. Bevestigingsplaat
5. Hef de armen van de lader op terwijl u tegelijkertijd
de bevestigingsplaat naar achteren kantelt.
Belangrijk: U moet het werktuig omhoog
brengen totdat het vrij is van de grond, en
de bevestigingsplaat helemaal naar achteren
kantelen.
6. Zet de motor af.
7. Zet de snelkoppelingspennen vast en zorg ervoor
dat deze volledig in de bevestigingsplaten zitten
(Figuur 20).
Belangrijk: Indien de pennen niet kunnen
ronddraaien als ze zijn vastgezet, is de
bevestigingsplaat niet precies recht tegenover
de openingen in de ontvangerplaat van
2. Ontvangerplaat
het werktuig geplaatst. Controleer de
ontvangerplaat en maak deze zonodig schoon.
1. Snelkoppelingspennen
(vastgezet)
2. Niet vastgezet
Als de snelkoppelingspennen niet volledig in de
bevestigingsplaten zitten, bestaat de kans dat
het werktuig van de machine valt, waardoor u of
een omstander bekneld kan raken.
Zorg ervoor dat de snelkoppelingspennen
volledig in de bevestigingsplaten zitten.
Hydraulische slangen aansluiten
Als het werktuig hydraulisch wordt bediend, moet u de
hydraulische slangen als volgt aansluiten:
1. Zet de motor af.
2. Beweeg de hendel voor de hulphydrauliek naar
voren, naar achteren en terug in de neutraalstand
om de druk op de hydraulische koppelingen op te
heffen.
3. Zet de hulphydrauliekhendel in de achteruitstand.
4. Verwijder de beschermplaten van de hydraulische
koppelingen op de machine.
23
Figuur 20
3. Vastgezet