Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de volgende laden kunt vullen: de standaardlade (lade 1), ook wel de lade voor
550 vel genoemd, een optionele lade voor 550 vel, een optionele lade voor 2000 vel, een universeellader en een
optionele lade voor 550 vel speciaal afdrukmateriaal. Hierin vindt u ook informatie over de papierafdrukstand, het
instellen van de papiersoort en het papierformaat en het koppelen en ontkoppelen van laden.
Papiersoort en papierformaat instellen
1
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven.
2
via het bedieningspaneel van de printer, druk op
3
Druk op de pijl-omhoog of -omlaag tot
4
Druk op de pijl omhoog of omlaag tot
5
Druk op de pijl omhoog of omlaag totdat de juiste lade of invoerlade wordt weergegeven en druk op
6
Druk op de pijl naar links of rechts tot het juiste formaat wordt weergegeven en druk op
Papiersoort wordt weergegeven.
7
Druk op de pijl naar links of rechts tot de juiste soort wordt weergegeven en druk op
Selectie indienen... verschijnt. De printer keert terug naar het menu Papierformaat/-soort.
Papier in de papierlade plaatsen
De printer beschikt over maximaal vijf invoerbronnen waaruit u kunt kiezen: de standaardlade (Lade 1), ook wel lade
voor 550 vel genoemd, een optionele lade voor 550 vel, een optionele lade voor 2000 vel, een universeellader en een
optionele lade voor 550 vel speciaal afdrukmateriaal. Voor de meeste afdruktaken plaatst u het papier of het speciale
afdrukmateriaal in lade 1. Als u het papier op de juiste manier plaatst, voorkomt u papierstoringen of andere
afdrukproblemen.
Opmerking: De printermodellen C736n, C736dn en C736dtn ondersteunen in totaal vier optionele invoerbronnen.
De printermodellen C734n, C734dn, C734dtn en C734dnw ondersteunen in totaal drie optionele invoerbronnen.
.
Menu Papier wordt weergegeven en druk vervolgens op
Papierformaat/-soort wordt weergegeven en druk op
54
.
.
.
.
.