Het apparaat in- en uitschakelen
Daartoe is het display in verschillende
velden verdeeld:
In het bovenste veld staat de tempe-
ratuur van de koelzone.
Als u de temperatuuraanduiding aan-
raakt, komt u in de weergave van de
koelzone. Hier kunt u de temperatuur
instellen of wijzigen, zie hoofdstuk "De
juiste temperatuur", paragraaf "Tempe-
ratuur instellen" en de functie Super-
Koelen kiezen, zie hoofdstuk "Super-
Koelen en SuperFrost gebruiken".
In het onderste veld staat de tempe-
ratuur van de diepvrieszone.
Dit temperatuurbereik wordt ook met
aangegeven.
Als u de temperatuuraanduiding aan-
raakt, komt u in de weergave van de
diepvrieszone. Hier kunt u de tempera-
tuur instellen of wijzigen en de functie
Superkoelen kiezen, zie hoofdstuk
"Superkoelen en Superfrost gebruiken".
In het rechterveld staat de instel-
lingsmodus .
Als u het symbool aanraakt, komt u
in de weergave van de instellingsmo-
dus. Hier kunt u verdere instellingen kie-
zen, zie hoofdstuk "Het wijzigen van in-
stellingen".
24
Het apparaat uitschakelen
In de instellingsmodus kunt u het appa-
raat uitschakelen, zie hoofdstuk "Het
wijzigen van instellingen".
5
°C
-18
°C
Startscherm
Raak aan.
Instellingsmodus
Blader met de toetsen of totdat
verschijnt.
Het apparaat uitschakelen
Raak aan.
De temperatuurweergave in het display
dooft en brandt.
De verlichting van de koelzone gaat uit.
De koeling is uitgeschakeld.
dooft na ca. 10 minuten. Het display
wordt zwart en schakelt naar de Ener-
gieSpaar-modus.