Models 110, 111 & 112
Gebruiksaanwijzing
Neem de onderstaande richtlijnen in acht om elektrische schokken of lichamelijk letsel te voorkomen.
•
Gebruik de meter uitsluitend zoals gespecificeerd in deze gebruiksaanwijzing, omdat hij anders wellicht niet meer de
voorziene bescherming biedt.
•
Gebruik de meter of de meetkabels niet als deze er beschadigd uitzien of als u vermoedt dat de meter niet naar behoren
werkt.
•
Gebruik altijd de juiste aansluitingen, de juiste knopstand en het juiste bereik voor de metingen.
•
Controleer of de meter naar behoren werkt door een bekende spanning te meten. Als u niet zeker bent, dient u de meter te
.
laten nakijken
•
Pas nooit meer dan de op de meter vermelde nominale spanning toe tussen de aansluitingen of tussen een aansluiting en
aarde.
•
Wees voorzichtig als de spanning hoger is dan 30 V ac-rms, 42 V ac-top of 60 V dc. Een dergelijke spanning kan elektrische
schokken veroorzaken.
•
Vervang de batterij zodra de indicator (N) voor lage batterij verschijnt om onjuiste aflezingen te voorkomen die tot elektrische
schokken of letsel kunnen leiden.
•
Schakel de stroom naar de stroomkring uit en ontlaad alle hoogspanningscondensators voordat u de weerstand, continuïteit,
dioden of capaciteit meet.
•
Gebruik de meter niet in de omgeving van ontplofbaar gas of ontplofbare dampen.
•
Houd uw vingers achter de vingerbescherming wanneer u de meetkabels of probes gebruikt.
•
Verwijder de meetkabels uit de meter voordat u de batterijklep of de meterbehuizing opent.
B
Ac (wisselstroom)
F
Dc (gelijkstroom)
D
Ac of dc
J
Aarde
W
Belangrijke informatie, zie gebruiksaanwijzing
N
Batterij (lage batterij wanneer weergegeven in het display)
Geïnspecteerd en goedgekeurd door TÜV Product
s
Services
Lees dit vóór gebruik van de meter: Waarschuwingen
W
Symbolen
I
Zekering
P
Conform richtlijnen van de Europese Unie
$
Canadian Standards Association
Dubbel geïsoleerd
T
t
Underwriters Laboratories, Inc.
950 Z Listed
;
Conform relevante Australische normen
N10140
#
VDE (Verband Deutscher Electroniker)
ii