Models 110, 111 & 112
Gebruiksaanwijzing
Basismetingen
De afbeeldingen op de volgende pagina's illustreren de
basismetingen.
Als u de meetkabels op de stroomkring of het apparaat aansluit,
dient u het aardsnoer (COM) aan te sluiten voordat u de onder
stroom staande kabel aansluit; als u de meetkabels verwijdert,
dient u de onder stroom staande kabel te verwijderen voordat u
het aardsnoer verwijdert.
WWaarschuwing
Om elektrische schokken, letsel of beschadiging van de
meter te voorkomen, schakelt u de stroom naar de
stroomkring uit en ontlaadt u alle hoogspannings-
condensators voordat u de weerstand, continuïteit,
dioden of capaciteit meet.
Opmerking
Bij de meting van ac-spanning of -stroom wordt de insteltijd
van de meting met enkele seconden vermeerderd aan het
lage uiteinde van het ac-spannings- en ac-stroombereik
opdat de geïntegreerde rms-converter de vervormde
golfvormen juist zou meten.
Omdat input onder 5% van het bereik niet is gespecificeerd,
is het normaal dat deze meter aflezingen anders dan nul
weergeeft wanneer de meetkabels van een circuit worden
losgekoppeld of met elkaar worden kortgesloten.
6
Ac- en dc-spanning
V ac
V
Gedrag van true-rms-meters bij ac-nulinvoer
Anders dan middelende meters, die uitsluitend zuivere
sinusgolven nauwkeurig kunnen meten, kunnen true-rms-meters
vervormde sinusgolven nauwkeurig meten. Converters die true
rms berekenen, vereisen een bepaald niveau ingangsspanning
om een meting uit te voeren. Daarom worden de wisselspanning-
en wisselstroombereiken gespecificeerd van 5% van het bereik tot
100% van het bereik. Als er andere cijfers dan nul op een true-
rms-meter verschijnen bij open of kortgesloten meetkabels, is dat
normaal. Zij hebben geen invloed op de gespecificeerde
nauwkeurigheid van de wisselstroom boven 5% van het bereik.
De ingangsniveaus die ongespecificeerd zijn, zijn:
•
wisselspanning: onder 5% van 6000 mV ac, of 300 mV ac
•
wisselstroom: onder 5% van 60 A ac, of 3,00 A ac
V dc
V
aej03f.eps