Mechanische installatie
Bedieningshandleiding
3.3.4 De DriveMotor monteren
3
3
Afbeelding 3.4 Installatiestand
Monteer de DriveMotor zodanig dat er voldoende ruimte is voor periodiek onderhoud. Houd u aan de aanbevolen vrije
ruimte; zie hoofdstuk 7 Specificaties. Een minimale vrije ruimte van 0,75 m rond de motor wordt aanbevolen, zowel voor
toegankelijkheid bij werkzaamheden als voor voldoende luchtstroming bij de motorventilatorinlaat. Zie ook
hoofdstuk 7.1 Vrije ruimte, afmetingen en gewicht.
Als u meerdere DriveMotors dicht bij elkaar monteert, moet u ervoor zorgen dat uitgeblazen warme lucht niet terug kan
circuleren. De ondergrond moet massief, onbuigzaam en waterpas zijn.
LET OP
Elektrische installatie
Verwijder de bovenste folielaag niet uit het omvormergedeelte. Dit is een beschermende laag.
Aanbrengen van rondsels, riemschijven en koppelingen
Boor rondsels, riemschijven en koppelingen volgens de standaardlimieten en breng ze met een schroefbeweging aan op de
as. Zorg dat alle bewegende delen goed worden afgeschermd.
LET OP
De lagers raken beschadigd als u onderdelen met een hamer of moker op de motoras tikt. Hierdoor maken de lagers
meer lawaai en wordt de levensduur van de lagers aanzienlijk verkort.
3.3.5 Asuitlijning
Wanneer voor de toepassing directe koppeling nodig is, moeten de assen in alle drie vlakken correct worden uitgelijnd. Een
slechte uitlijning kan een aanzienlijke hoeveelheid geluid, trillingen en snellere slijtage van de lagers veroorzaken.
Houd rekening met de eindspeling van de as en de thermische expansie in het axiale en het verticale vlak. Gebruik bij
voorkeur flexibele aandrijfkoppelingen.
14
Danfoss A/S © Rev. 06/2014 Alle rechten voorbehouden.
MG03L210