Uit- en inschakelen
Installatie uitschakelen
Met vorstbeschermingscontrole
Als u uw warmteopwekker enkele dagen niet wilt
gebruiken, kunt u het toestel uitschakelen.
Stel de modus op OFF.
Voor de warmteopwekker en de warmwaterboiler is de
vorstbeschermingsbewaking actief.
Zonder vorstbeschermingscontrole
Als u uw verwarmingsinstallatie gedurende een lan-
gere periode (meerdere maanden) niet wilt gebruiken,
moet u het systeem buiten bedrijf stellen.
Voor een langere buitenbedrijfstelling van de verwar-
mingsinstallatie adviseren wij, contact op te nemen
met de verwarmingsfirma. Die kan, indien nodig,
geschikte maatregelen nemen, bijv. vorstbescherming
van de installatie of conservering van de verwarmings-
oppervlakken.
Installatie inschakelen
Informeer bij uw installateur over het volgende:
Hoogte van de vereiste installatiedruk
■
Evt. positie van de vul- en aftapkraan in de installa-
■
tieruimte
1. Open de gasafsluitkraan .
2. Controleer of de spanningstoevoer van uw installa-
tie ingeschakeld is, bijv. aan een afzonderlijke
zekering of een hoofdschakelaar.
Opmerking
De spanningstoevoer van de installatie werd door
uw vakfirma bij de eerste inbedrijfstelling ingescha-
keld. Onderbreek de spanningstoevoer indien
mogelijk niet, ook niet in de uitschakelwerking.
32
Opmerking
Vorstbescherming voor de complete verwarmingsin-
stallatie, zie bedieningshandleiding voor de kamerther-
mostaat.
1. De gasafsluitkraan sluiten en beveiligen tegen
ongewenst openen.
2. Netschakelaar uitschakelen.
De installatie wordt nu spanningsloos geschakeld.
Er is geen vorstbescherming.
3. Schakel de netschakelaar in.
Na enige tijd verschijnt op het display het start-
■
scherm.
■
De Lightguide brandt continu.
Uw installatie en, indien aanwezig, de afstandsbe-
dieningen zijn klaar voor gebruik.
4. Controleer de installatiedruk:
■
tot de manometer-symbool
■
Als de weergegeven druk lager is dan 1,0 bar:
Vul water bij of breng uw installateur op de
hoogte.
brandt