Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Afstellingen Voor De Ontsteking; Servomotor; Starten Brander; Ontsteking Brander - Riello Burners RS 160/M BLU Installatie-, Gebruiks- En Onderhoudsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

MIN. GASDRUKSCHAKELAAR
D896
(A)
(D)

SERVOMOTOR

(E)
(F)
MAX. GASDRUKSCHAKELAAR
D66
(B)
D887
1
2
D791
LUCHTDRUKSCHAKELAAR
D521
(C)
D2368
13

AFSTELLINGEN VOOR DE ONTSTEKING

De afstelling van de verbrandingskop, lucht en
gas is reeds beschreven op blz. 8.
Andere nog uit te voeren afstellingen zijn:
-
Open de handbediende kleppen voor de
gasstraat.
-
Stel de min. gasdrukschakelaar af op het
begin van de schaal (A) (min. druk).
-
Stel de max. gasdrukschakelaar op het eind
van de schaal (B) af.
-
Stel de luchtdrukschakelaar af op het begin
van de schaal (C) (min. druk).
-
Ontlucht de gasleiding.
Het is aan te raden de ontsnapte lucht met
een plastic slang buiten het gebouw te bren-
gen tot men het gas ruikt.
-
Monteer een U-manometer (D) op het gas-
drukmeetpunt van de mof.
Deze dient om het max. brandervermogen
bij benadering te meten door middel van de
tabel op blz. 6.
-
Parallel aan de elektromagnetische kleppen
VR en VS twee lampjes of testers aansluiten
om het juiste moment te zien waarop ze
onder spanning komen. Deze handeling is
niet nodig als beide elektromagnetische
afsluiters voorzien zijn van een controle-
lampje dat de elektrische spanning aangeeft.
Alvorens de brander te ontsteken, is het raad-
zaam de gasstraat zodanig af te stellen dat de
ontsteking plaatsvindt onder optimale veilig-
heidsomstandigheden d.w.z.
zwak gasdebiet.
SERVOMOTOR (E)
De servomotor regelt tegelijkertijd de luchtklep
door middel van de variabele profielnok en de
gassmoorklep. De servomotor draait 130° in 33
sec.
De vijf nokken zijn voorafgesteld in de fabriek.
Wijzig deze afstelling niet, controleer alleen of
ze afgesteld zijn zoals hierboven aangegeven:
Nok I
: 130°
Beperkt de wenteling tot het maximum. Bij wer-
king van de brander op max. vermogen, dient
de gassmoorklep helemaal open te zijn: 90°.
Nok II
: 0°
Beperkt de wenteling tot het minimum. Als de
brander niet werkt, moeten de luchtklep en de
gassmoorklep gesloten zijn: 0°.
Nok III
: 30°
Regelt de positie van ontsteking en het mini-
mum vermogen.
Nok IV - V
: gaat samen met nok III

STARTEN BRANDER

Sluit de afstandsbediening en zet de schakelaar
1)(F) in positie "MAN".
Zodra de brander start, de draairichting van de
turbine van de ventilator controleren vanaf de
vlamkijkvenster 14)(A)p.4.
Controleer of de lampjes of de testers, aange-
sloten op de elektromagnetische kleppen, of de
controlampjes op de elektro-magnetische klep-
pen zelf afwezigheid van spanning aangeven.
Geven deze spanning aan, stop dan de brander
onmiddellijk en controleer de elektrische ver-
bindingen.

ONTSTEKING BRANDER

Na de onder het vorige punt beschreven hande-
lingen te hebben uitgevoerd dient de brander
aan te slaan. Als de motor start maar de vlam
niet ontstoken wordt en de brander vergrendelt,
de veiligheidsstop ontgrendelen en een nieuwe
startpoging doen. Mocht er ook daarna geen
ontsteking plaats vinden, dan kan het zijn dat
het gas niet binnen de veiligheidstijd van 3 sec.
de branderkop bereikt. Verhoog dan het gasde-
biet bij de ontsteking (startdebiet).
De U-manometer (D) toont aan wanneer het
gas de mof bereikt.
Na de ontsteking verdergaan met de volledige
afstelling van de brander.
met een zeer

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

843 t37880023788003

Inhoudsopgave