•
Controleer of de stationairuitlaatdemper (indien aanwezig) op zijn plaats zit.
•
Controleer de luchtinlaat op losse slangklemmen en rubber hoezen (indien aanwezig).
NA 300 GEBRUIKSUREN OF OM DE DRIE JAAR
•
Vervang de waterpompwaaier (impeller) (vaker als oververhitting optreedt of als lagere waterdruk
geconstateerd wordt).
VOORAFGAAND AAN OPSLAG
•
Raadpleeg de opslagprocedure. Zie Opslag.
Koelsysteem doorspoelen
Spoel de inwendige koelwaterkanalen van de buitenboordmotor met zoet water door na elk gebruik in zout,
vervuild of modderig water. Hiermee voorkomt u dat afzetting de inwendige waterkanalen verstopt.
Gebruik een Mercury Precision of Quicksilver doorspoeladapter (of een gelijkwaardig product).
BELANGRIJK: Tijdens het doorspoelen moet de motor draaien om de thermostaat te openen en water door de
koelwaterkanalen te laten circuleren.
Verwijder de schroef om mogelijk letsel tijdens het doorspoelen te voorkomen. Zie 'Schroef vervangen'.
1.
Verwijder de schroef. Zie Schroef vervangen. Installeer de doorspoeladapter zo, dat de rubberen
kommen goed over de koelwaterinlaat passen.
Doorspoelapparaat
ONDERHOUD
1.
WAARSCHUWING
!
9192
57
27256
91-44357Q 2
Wordt op de waterinlaten bevestigd; zorgt voor
een zoetwaterverbinding bij het doorspoelen van
het koelsysteem of bij gebruik van de motor.