Aanwijzingen voor de omgang met de warmtekrachtmodule
Thermische gevaren
Door het gebruik worden de verbrandingsmotor in de
warmtekrachtmodule en de aansluitende
componenten van de warmte-ontkoppeling en de
rookgasgeleiding heet met temperaturen van een
paar honderd graden Celsius aan blootgestelde
plaatsen. De buisleidingen en de componenten zijn
zoveel mogelijk geïsoleerd. Toch zijn enkele plaatsen
voor de installatie en de service vrij toegankelijk. Deze
kunnen tijdens het gebruik heet worden en zijn tegen
het per ongeluk aanraken niet vrij toegankelijk, bijv.
meetnippel voor meting rookgastegendruk.
Bij een storing kan de veiligheidsdrukbegrenzer
uitvallen en heet koelwater aflaten. Hier dreigt evt.
gevaar voor verbrandingen.
Gevaar door lawaai
Bij werkzaamheden aan de warmtekrachtmodule bij
geopende geluiddempingskap tijdens het bedrijf, bijv.
voor het opsporen van fouten en bij
onderhoudswerkzaamheden, moet de nodige
gehoorbescherming gedragen worden.
Gevaren door straling
Van generatoren in de warmtekrachtmodule
uitgaande elektromagnetische velden kunnen tijdelijke
storingen aan een in de directe omgeving aanwezige
pacemaker veroorzaken. Indicaties voor een
mogelijke storing kunnen duizeligheid, hartkloppingen
of een onregelmatige hartslag zijn. Zodra de drager
zich van de generator verwijderd heeft, werkt de
pacemaker in de regel opnieuw normaal.
Gevaar door materiaal en stoffen
Net zoals bij een personenauto wordt de
warmtekrachtmodule met accu's gestart. Ook deze
accu's zijn met accuzuur gevuld. Accuzuur heeft een
bijtende werking. Huidcontact moet daarom absoluut
vermeden worden en de betreffende
veiligheidsbepalingen moeten in acht genomen
worden.
Hetzelfde geldt voor het glycolhoudende koelwater en
de motorsmeerolie. Hierbij moeten na contact de
betreffende lichaamsdelen grondig gewassen en met
lichaamsverzorgingsmiddelen behandeld worden.
Bij ondichtheden in het rookgassysteem kan het tot
ongecontroleerde rookgaslekkages komen (gevaar
voor een koolmonoxidevergiftiging) die normaal
gezien door de ventilator via een afvoerluchtkanaal in
de open lucht geleid wordt. Daarom moet bij
onderhoudswerkzaamheden aan de open machine op
lekkage en tijdens het gebruik op een gesloten
geluiddempingskap gelet worden.
VITOBLOC 200 Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules
Gevaren door breuk tijdens het gebruik
Er moet bijzonder voorzichtig te werk gegaan worden
bij het optillen van de warmtekrachtmodules aan de
kraanhaak of de transportogen.
Bij breukschade kunnen niet geplande thermisch
belaste componenten lekkages vertonen. Hierbij kan
het tot lekkende stralen van hete motorolie,
verwarmings- of koelwater komen. Bijv. springen van
slangen of uitbreken van meetnippels.
Men kan niet uitsluiten dat het in erg zeldzame
gevallen, zoals ook bij elke personenauto, tot een
motorbreuk komt en hierbij fragmenten weggeslingerd
worden.
Bij breukschade of door corrosie kunnen
rookgasvoerende delen ondicht worden en er kan
giftig kooldioxide lekken. Gelieve onmiddellijk de
warmtekrachtmodule uit te schakelen (stil te leggen)
en de ventilatie in te schakelen.
Tot de persoonlijke veiligheidsuitrusting behoort:
Gehoorbescherming (werken met geopende
geluiddempingskap tijdens gebruik)
Veiligheidshandschoenen en veiligheidsbril bij de
omgang met accuzuur, glycol en motorsmeerolie
gebruiken
ESS Energie Systeme & Service GmbH
7