Stillegging
8
Stillegging
8.1
Tijdelijke stillegging
AANWIJZING:
Voor het behoud van eventuele
garantieclaims moet de gebruiker de
warmtekrachtmodule bij een tijdelijke
stillegging door middel van
conserveringsmaatregelen
beschermen.
8.1.1 Stillegging gedurende een periode van
minder dan 6 maanden
Bij een stillegging van de warmtekrachtmodule
gedurende een periode van minder dan 6 maanden
zijn de volgende conserveringsmaatregelen
noodzakelijk:
●
Controle van de
corrosiebescherming/vorstbeschermingsconcentrat
ie, indien nodig aanpassen voor een temperatuur
van -20 °C.
●
Controle van de koelwaterdruk, indien nodig
instellen op 1,3 bar.
●
Verversing van de motorolie door dezelfde
hoeveelheid conserveringsolie en vervanging van
de filters.
●
Meermaals doordraaien van de motor met behulp
van de starter.
●
Demontage van de bougies en conservering van
de cilinderkamers met conserveringsspray; de
bougies vervolgens weer monteren.
●
Sluiten van de aanzuigopeningen en de
luchtfilterkasten alsook van alle luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen.
●
Sluiten van de rookgasleiding en de
condensaatleiding na module
●
Sluiten van de gastoevoer met de kogelkraan van
de gasstraat.
8.1.2 Stillegging gedurende een periode van
meer dan 6 maanden
Bij de stillegging resp. de volledige loskoppeling van
de warmtekrachtmodule van het gebouw dienen
aanvullend de volgende maatregelen genomen te
worden:
●
Interne gegevens van de besturing printen.
●
Demontage van de interne startaccu's van de
warmtekrachtmodule en opslag van de accu's op
VITOBLOC 200 Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules
een geschikte locatie met aansluiting op een
acculaadtoestel met onderhoudsfunctie.
●
Controleren of de bedrijfsruimte van de
warmtekrachtmodule tijdens de stilstand van de
module permanent vorstvrij en vrij van
luchtstromingen is.
●
Afhankelijk van de opstellingsvoorwaarden ter
plaatse is een volledige afdekking van de module
noodzakelijk. Deze afdekking moet bij tussentijdse
inspecties probleemloos verwijderd kunnen
worden.
●
Olievoorraadreservoir legen en olie afvoeren (Als
de datum van buitenbedrijfstelling reeds vroegtijdig
bekend is, bestaat de mogelijkheid om de
olievoorraad zodanig te bepalen dat het oliepeil op
het tijdstip van stillegging van de
warmtekrachtmodule vrijwel nul is.)
Maatregelen tijdens de stilstandtijd van de
module:
●
Om de 6 maanden moeten visuele controles op
ondichtheden aan de warmtekrachtmodule
uitgevoerd worden.
●
Aanvullend moet de motor met behulp van de
starter meerdere keren worden doorgedraaid.
Hiervoor moeten de startaccu's van tevoren
worden gemonteerd, en moeten de afsluitingen
van de desbetreffende openingen worden
verwijderd. Na de conservering van de
cilinderkamers dient de module weer in de
oorspronkelijke toestand gebracht te worden.
AANWIJZING:
Een blijvende en storingsvrije werking
kan door het in acht nemen van de
conserveringsmaatregelen niet
gegarandeerd worden!
Bij hergebruik van de warmtekrachtmodule dient een
volledige inbedrijfstelling uitgevoerd te worden. Dit
geldt met name als de warmtekrachtmodule van het
gebouw losgekoppeld is en/of omvangrijke
modificaties aan de periferie van de
warmtekrachtmodule uitgevoerd zijn. Aanvullend
verdient bemand proefdraaien gedurende meerdere
uren aanbeveling.
ESS Energie Systeme & Service GmbH 53