4.2 Overzicht aansluitingen
De kabelconnectoren voor uw sonarmodule worden
hieronder weergegeven:
CP370-sonarmodule
1
2
CP470-sonarmodule
1
2
CP570-sonarmodule
1
Nummer
Omschrijving
1
Netwerkverbinding
2
Voedingsaansluiting
3
Transducerverbinding
4
Extra aardingspunt (alleen CP470)
Verbindingen maken
Volg de onderstaande stappen om de kabel(s) op
uw product aan te sluiten.
1. Zorg ervoor dat de voeding van het schip is
uitgeschakeld.
2. Zorg ervoor dat het apparaat dat op uw unit wordt
aangesloten is geïnstalleerd overeenkomstig
de installatie-instructies die bij dat apparaat zijn
meegeleverd.
3. Zorg voor de juiste richting en druk de
kabelconnector volledig op de bijbehorende
connector op de unit.
4. Draai de klemring met de klok mee om de kabel
vast te zetten.
Kabels en aansluitingen
3
D13265-2
3
4
D13264-2
2
3
D13314-2
4.3 Voedingsaansluiting
Gebruik altijd de voedingskabel die met uw product
is meegeleverd.
Artikel
Omschrijving
1
RODE plus-draad
2
Aarde
3
ZWARTE min-draad
1
3
Artikel
Omschrijving
1
Voeding
2
Sonarmodule (CP470 afgebeeld)
3
RF-aarde van het schip
4
Transducer
De unit is bedoeld voor gebruik op de 'negatieve' of
'buffer-'aarde van DC-voedingssystemen met een
nominale spanning van 10,2 VDC tot 32 VDC.
Raymarine adviseert alle voedingsverbindingen aan
te leggen via een distributiepaneel. Alle apparatuur
dient óf:
• te worden gevoed via een stroomonderbreker of
schakelaar met een zekering (5 A), óf
• te worden gevoed via een langzame inline-zekering
(5 A), aangesloten op de RODE plus-draad van
de voedingskabel.
De unit heeft geen voedingsschakelaar. De
unit wordt van stroom voorzien wanneer de
voedingskabel is verbonden met de voeding van het
schip.
1
2
3
2
4
D13254-2
D13255-2
27