4.5.2
Waterinstallatie (interne installatie)
Fasen
Indeling aansluiting ver-
(kastrijen)
deelslangen
2
1
2
4
2
1
2
1
3
4
2
1
4
2
1
4
4
2
1
4
2
1
5
4
2
1
AHU-afvoer met sifon (niet meegeleverd)
Hoogte van sifon: Zorg voor een hoogte van
25 mm (1") voor elke 250 Pa kanaaldruk (bij-
voorbeeld 100 mm (4") voor een kanaaldruk
van 1000 Pa).
Afb. 31: Waterinstallatie (interne installatie)
3
5
3
3
5
3
3
5
3
5
3
5
Afsluitklep (meegeleverd) met com-
pressiekoppelingen ø15 mm of ø16 mm
(ø0,625") waar van toepassing
Afvoerleiding ø28 mm (1,125") of ø32 mm
(ø1,25") waar van toepassing met constant
afschot 1...2 % (niet meegeleverd)
Verdeelslangen ø15 mm of
ø16 mm (0,625") waar van
toepassing met constant
afschot (niet doorhangen)
Doorvoer
Aandrukkoppeling
(optionele set)
watertoevoer
Afvoerontluchtingleiding (verplicht,
niet meegeleverd), hoogste punt van
ventilatieleiding moet boven max.
waterniveau in de tank staan
Sifon (niet meegeleverd)
Hoogte van sifon: Zorg voor een hoogte
van 25 mm (1") voor elke 250 Pa kanaal-
druk (bijvoorbeeld 100 mm (4") voor een
kanaaldruk van 1000 Pa)
Open trechter (niet meegeleverd)
Belangrijk: De afvoerleidingen mogen de
trechter niet raken, zorg voor een speling van
min. 20 mm (0,8"). De minimale binnendiame-
ter van de afvoerleiding na de trechter moet
minimaal ø40 mm zijn.
2...5 bar
Installatie
39