Montageprocedure
1. Markeer de positie van de opening van de afvoerleidingdoorvoer op de AHU/kanaalwand.
Belangrijk: Na de montage moet de afvoerleiding een afschot van 1 tot max. 2% naar de AHU/
kanaalwand hebben.
2. Boor een gat (ø55 mm (2,2") bij afvoersystemen in het midden of ø65 mm (2,6") bij afvoersystemen
aan de zijkant) voor de afvoerleiding in de AHU/kanaalwand.
3. Leid de afvoerleidingen (ø 50 mm of ø 54 mm (2,125") (waar van toepassing) door de openingen
in de AHU/kanaalwand en sluit ze met de elleboogkoppelingen aan op de tank (beide geleverd als
onderdeel van een optionele tankkoppelingsset).
4. Afvoerleiding op maat afsnijden.
Belangrijk: Het uiteinde van de afvoerleiding moet minimaal 46 mm (1,8") tot maximaal 70 mm
(2,75") vanaf de AHU/kanaalwand uitsteken. Anders kan de hydraulische module niet goed worden
gemonteerd.
5. Belangrijk: Braam de voorrand van de afvoerleiding af, om schade aan de rubberen afdichting
of letsel te voorkomen.
6. Dicht tussen de leiding en de opening in de AHU/kanaalwand af met behulp van siliconenvrij afdicht-
middel.
7. Breng siliconenvrij vet (bijvoorbeeld pakkingvet) aan op de afvoerleiding en op de rubberen af-
dichting in de koppeling van de hydraulische module.
8. Schuif daarna de koppelingsboring van de hydraulische module voorzichtig tot aan de aanslag op
de afvoerleiding.
9. Lijn de hydraulische module met behulp van een waterpas precies horizontaal uit. Bevestig
daarna de hydraulische module aan de AHU/kanaalwand met geschikte bevestigingsmaterialen.
Afb. 21: De hydraulische module monteren (externe installatie, afvoertank in het midden)
30
Installatie
constant
afschot
1 tot max. 2%
1 2
( 2 .
m
4 m
/ 5
m m
5 0
4 6
m m
1 . 8
- 7
" -
0 m
2 . 1
m
2 5
"
)
5 "