Inhoudsopgave
Advertenties
4.5
Waterinstallatie
4.5.1
Opmerkingen bij de waterinstallatie
De plaatsing van de waterleidingen (toevoer-, afvoer- en verdeelleidingen) is afhankelijk van de sys-
teemuitvoering. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk voor nadere informatie en neem de volgende
opmerkingen met betrekking tot de installatie in acht.
–
Opmerkingen bij de watertoevoer
–
Voer de watertoevoer uit op basis van de gegevens zoals vermeld in
dstuk 4.5.3
de aangegeven aansluitingsspecificaties. De klant moet zelf voor installatiemateriaal zorgen.
Het inbouwen van een afsluitklep in de toevoerleiding is verplicht en deze moet zo dicht mogelijk
–
bij de hydraulische module worden geplaatst.
–
De druk van de watertoevoer moet tussen 2 en 5 bar (29-72,5 psi) liggen. Installeer een druk-
regelaar om de druk te regelen als het risico bestaat dat de druk deze waarden overschrijdt.
–
Het installatiemateriaal moet de juiste capaciteit voor de toevoerdruk hebben en goedgekeurd
zijn voor gebruik in drinkwatertoevoersystemen.
–
De fitting die in de waterinlaatpoort van de blauwe hydraulische module is gestoken, mag niet
horizontaal onder spanning staan. Zorg dat de flexibele toevoerslang niet onder spanning staat
en niet te veel meetrilt terwijl de AHU werkt.
–
Zie de bijlage voor de kwaliteit van het toevoerwater.
–
De wanddoorvoer voor de watertoevoer wordt geleverd als onderdeel van de installatieset.
Belangrijk: Na installatie moet de watertoevoerleiding rondom de doorvoer worden afge-
dicht met siliconenvrij afdichtmiddel, als u geen door Condair geleverde doorvoer gebruikt.
–
Belangrijk! Voorkom dat nieuwe systemen vervuild raken met water van een slechte kwa-
liteit door de gehele watertoevoerleiding te spoelen en te testen totdat het toevoerwater
en de kiemgetallen voldoen aan de specificaties voor de waterkwaliteit, voordat u deze
op de hydraulische module aansluit. Raadpleeg voor de vereiste waterkwaliteit
5.1.
PAS OP!
Na het snijden van harde leidingen moeten eventuele scherpe randen worden afgebraamd, omdat
scherpe randen de koppelingen en afdichtingen kunnen beschadigen of letsel kunnen veroorzaken.
36
Installatie
, en volgens de toepasselijke lokale regelgeving voor waterinstallaties. Houd u aan
hoofdstuk 4.5.2
en
hoof-
hoofdstuk
Advertenties
Inhoudsopgave
