De sensoren (kompas/hoogtemeter/
barometer) worden bediend
De richting, hoogte en atmosfeerdruk kunnen gemeten worden en in de gemaakte
foto's opgenomen worden.
•
Informatie gemeten op dit toestel is slechts een grove indicatie. Gebruik het niet voor
technische doeleinden.
•
Wanneer u dit toestel gebruikt voor serieus bergbeklimmen, wandelen of onder water,
dient u de gemeten informatie (richting, hoogte, diepte, atmosferische druk) alleen als
grove indicatie te gebruiken en altijd een kaart en doelgerichte meetapparatuur mee te
nemen.
Op [MENU/SET] drukken.
Druk op 3/4/2/1 om het [GPS/Sensor]-menu te selecteren en
druk vervolgens op [MENU/SET].
Op 3/4 drukken om [Sensorinstellingen] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Op 3/4 drukken om [ON] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
•
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
•
Om naar het scherm van de
omgevingsinformatie te schakelen, drukt u
verschillende keren op [DISP.].
A Kompas
De 16 draagwijdtes zijn gebaseerd op de richting waarin de lens van de camera gericht is.
•
Het gekleurde deel van de kompasnaald is naar het noorden gericht is.
B Hoogtemeter
U kunt de hoogte van de huidige locatie controleren.
•
Afbeeldingbereik bedraagt j600 m tot 9000 m.
C Barometer
Met de huidige atmosfeerdruk als referentie wordt dit afgebeeld op de grafiek binnen
het bereik van j10 hPa tot _10 hPa.
(De atmosfeerdruk buiten het bereik kan niet gedetailleerd weergegeven worden)
22
VQT4U03 (DUT)
A
10
0m
N
B
N
5
0
N
00' 00' 00.00
-5
E
000' 00' 00.00
GPS
10:00
-10
10:00
1.DEC.2013
1013hPa
C
1.DEC
-24H
0
H