Via MANUAL SETUP kunnen Analyzer instellingen die betrekking hebben op metingen
ingesteld worden.
Druk SETUP en dan F4 – MANUAL SETUP om het SETUP scherm te
1
openen.
Gebruik de omhoog/omlaag pijltjestoetsen om een van de onderstaande
2
instellingen te kiezen en druk dan ENTER om het instelmenu te
openen:
3
− Date, Time: gebruik de pijltjestoetsen om datum, datumweergave en
tijd te kiezen. Druk ENTER om de gekozen datumweergave te
bevestigen. Als een GPS ontvanger is aangesloten en met F2 – GPS
ON is gekozen worden datum en tijd automatisch gesynchroniseerd.
Ook kunnen de tijdzone en automatische zomertijd/wintertijd
instelling gekozen worden. Druk F1 om het GPS test menu, dat
informatie geeft over de ontvangstkwaliteit, te kiezen. Druk F5 –
BACK om terug te keren naar het vorige menu.
− Config: keuze uit 10 bedradings (50/60 Hz distributiesystemen)
configuraties. Te kiezen met F1, F2, F3 en de pijltjestoetsen. Druk
daarna ENTER voor bevestiging en het openen van een scherm dat
laat zien hoe de Analyzer op het distributiesysteem moet worden
aangesloten. Druk als u klaar bent twee keer F5 – BACK om terug te
keren naar het SETUP opstartscherm.
Een stap voor stap beschrijving hoe de bedradingsconfiguratie te
kiezen wordt verderop in dit hoofdstuk gegeven.
− Freq: instelling van de nominale frequentie (50 Hz, 60 Hz of in de
Fluke 437-II ook 400 Hz). Gebruik de omhoog/omlaag
pijltjestoetsen om de frequentie te kiezen. Druk ENTER voor
bevestiging en F5 – BACK om naar het vorige menu terug te keren.
− Vnom: instelling van de nominale spanning. Gebruik de
pijltjestoetsen om een van de vaste waardes (58 V...400V) te kiezen
of een waarde in te stellen (◄ 250 V ►). Druk ENTER voor
bevestiging en F5 – BACK om terug te keren naar het vorige menu.
− Limits: zie paragraaf Grenswaardes Instellen (Limits Adjustments).
− Clamp, A range, V scale: eigenschappen van gebruikte
stroomtangen en spanningsprobes in Analyzer instellen. De
fabrieksinstelling is geldig voor de accessoires die met de analyzer
meegeleverd zijn. De meegeleverde spanningsnoeren zijn 1:1 typen;
bij gebruik van verzwakkende snoeren of spanningstransformatoren
moet de spanningschaal overeenkomstig aangepast worden
(bijvoorbeeld 10:1 voor 10x verzwakking). Op dezelfde wijze kan de
stroomschaal aangepast worden als stroomomvormers gebruikt
worden in combinatie met stroomtangen. Met de pijltjestoetsen kan
spanning- en stroomuitlezing aangepast worden voor elke gewenste
overzetverhouding. Functietoets F3 wordt gebruikt voor het kiezen
van spanning- en stroomschaal instelling. Er zijn aparte
insteltabellen voor de fasen en neutraal (N), een keuze kan met F4
gemaakt worden.
MANUAL SETUP (Persoonlijke Instellingen)
24
Analyzer Instellen
24-7