Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Inleiding

In de functie Logger worden de uitlezingen gedurende een instelbaar tijdsinterval
verzameld. Aan de einde van dit interval worden minimum, maximum en gemiddelde
waarde van alle uitlezingen opgeslagen waarna het nieuwe observatie-interval begint. Dit
proces gaat door gedurende een in te stellen de tijdsduur.
De Analyzer heeft als default (fabrieksinstelling) een vooringestelde set meetwaarden die
voor het loggen gebruikt kunnen worden en die aangepast kunnen worden tot een set naar
eigen wens. Via SETUP READINGS (F1) in het logger startmenu kunnen metingen die
wel of niet gelogd moeten worden gekozen worden.
De Logger functie wordt gestart vanuit het Start menu waarin de intervaltijd (0.25 sec tot
2 uur), de uitlezingen die gelogd moeten worden, de maximum tijdsduur van het loggen
(1 uur tot MAX) en onmiddellijke of tijdklok gestuurde start van de meting gekozen
kunnen worden.
De uitlezingen worden weergegeven in een trendscherm, een meterscherm en in
gebeurtenistabellen (Events table).

Startmenu

Openen van het Logger Startmenu:

LOGGER

De set van uitlezingen die gelogd moeten worden kan gekozen worden in het menu onder
Functietoets F1 – SETUP READINGS. De set voor nominale frequentie 50/60 Hz en
400 Hz zijn verschillend. Als deze frequentie naar 400 Hz, of van 400 Hz naar 50/60 Hz
gezet wordt zal de set van uitlezingen op defaul gezet worden!
Hoofdstuk 21
Logger
21-1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

435-ii437-ii

Inhoudsopgave