3. Begin op uw gebruikelijke tempo te rennen. Op het moment dat
u over de startstreep gaat, drukt u op [Start Stop] om het
vastleggen te starten.
4. Ren een afstand van 800-1000 meter (bijvoorbeeld 2 rondjes op
een 400 meter baan) op uw gebruikelijke tempo.
5. Druk op [Start Stop] zodra u over de finish gaat om het
vastleggen te pauzeren.
6. Druk op [Back Lap] om het vastleggen te stoppen. Nadat u de
training hebt gestopt, slaat u het logboek op met [Start Stop].
Als u het logboek niet wilt opslaan, drukt u op [Light Lock].
Blader met [Next] door de overzichten totdat u bij de
afstandsoverzicht bent. Wijzig indien nodig met behulp van
[Start Stop] en [Light Lock] de afstand die op het scherm wordt
weergegeven in de werkelijk gelopen afstand. Bevestig met
[Next].
7. Bevestig de kalibratie van de POD door op [Start Stop] te
drukken. Uw Foot POD is nu gekalibreerd.
OPMERKING: Als u de afstand in het afstandsoverzicht niet kunt
wijzigen, was mogelijk de verbinding met de Foot POD tijdens deze
kalibratietrainingrondes niet stabiel. Controleer dat de Foot POD
conform de instructies correct is verbonden en probeer het
opnieuw.
Als u zonder een Foot POD hardloopt, kunt u nog steeds de cadans
via uw pols meten. De loopcadans wordt via de pols gemeten met
FusedSpeed (zie
76
3.14 FusedSpeed ) en is altijd ingeschakeld voor