Tabel 5-4
IP-adressering (vervolg)
Servicenaam
RARP
ARP/PING
Het product installeren op een netwerk
In deze configuratie is het product rechtstreeks op het netwerk aangesloten en kan het zodanig
worgen geconfigureerd dat alle computers in het netwerk rechtstreeks op het product kunnen
afdrukken.
OPMERKING:
1.
Voordat u het product inschakelt, moet het rechtstreeks op het netwerk worden aangesloten. Dit
doet u door een netwerkkabel aan te sluiten op de netwerkpoort van het product.
2.
Schakel het product in, wacht 2 minuten en geef vervolgens via het bedieningspaneel opdracht
om een configuratiepagina af te drukken.
OPMERKING:
verdergaat met de volgende stap. Is dit niet het geval, druk de configuratiepagina dan opnieuw
af.
3.
Plaats de cd van het product in de computer. Als het installatieprogramma van de software niet
wordt gestart, ga dan naar het bestand setup.exe op de cd en dubbelklik erop.
4.
Volg de instructies van het installatieprogramma op.
OPMERKING:
adres op dat staat vermeld op de configuratiepagina die u hebt afgedrukt voordat u het
installatieprogramma startte, of zoek op het netwerk naar het product.
5.
Wacht tot het installatieproces is voltooid.
NLWW
Deze modus is de aanbevolen netwerkconfiguratie voor het product.
Controleer of het IP-adres op de configuratiepagina staat vermeld voordat u
Als het installatieprogramma u vraagt om een netwerkadres, geef dan het IP-
Beschrijving
U kunt de afdrukserver zo configureren dat deze RARP
gebruikt op UNIX- en Linux-systemen. Met RARP kunt u
reageren op de RARP-aanvraag van de afdrukserver en de
afdrukserver voorzien van het IP-adres. Met de RARP-
methode kunt u alleen het IP-adres configureren.
U kunt een HP Jetdirect-afdrukserver met een IP-adres
configureren met behulp van de opdracht arp van een
ondersteund systeem. Het werkstation vanwaar de
configuratie wordt uitgevoerd moet zich op hetzelfde
netwerksegment bevinden als de HP Jetdirect-afdrukserver.
Netwerkconfiguratie
43