Zuinig omspringen met (permanente) bronnen
Functies of taken die u downloadt naar het apparaat, bevatten soms bronnen (bijvoorbeeld
lettertypen, macro's of patronen). Bronnen die intern als permanent worden aangegeven, blijven in
het geheugen van het apparaat totdat u het apparaat uitschakelt.
Volg de volgende richtlijnen als u gebruikmaakt van PDL (page description language) voor het
markeren van bronnen als permanent. Raadpleeg de PDL-naslaginformatie bij PCL of PS voor
technische gegevens.
●
Markeer bronnen alleen als permanent als deze per se in het geheugen moeten blijven zolang
het apparaat aan staat.
●
Verzend permanente bronnen alleen aan het begin van een afdruktaak naar het apparaat en
niet op het moment dat het apparaat bezig is met afdrukken.
OPMERKING:
dit aan het afdrukken is, kan de prestaties van apparaat of het afdrukken van complexe taken nadelig
beïnvloeden.
Geheugen inschakelen voor Windows
1.
Windows XP en Windows Server 2003 (met de standaardweergave van het menu Start):
Klik achtereenvolgens op Start, Instellingen en Printers en faxapparaten.
-of-
Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 (met de weergave van het klassieke
menu Start): Klik op Start, klik op Instellingen en klik vervolgens op Printers.
-of-
Windows Vista: Klik op Start, klik op Configuratiescherm en klik vervolgens in de categorie
Hardware en geluid op Printer.
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de driver en selecteer vervolgens
Eigenschappen.
3.
Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
4.
Vouw de map met Installeerbare opties uit.
5.
Selecteer naast Printergeheugen de totale hoeveelheid geïnstalleerd geheugen.
6.
Klik op OK.
92
Hoofdstuk 9 Het apparaat beheren en onderhouden
Overmatig gebruik van permanente bronnen of downloaden naar het apparaat terwijl
NLWW