7.
Sluit de toegangsklep en druk deze stevig aan totdat deze vastklikt.
8.
Sluit de interfacekabels en het netsnoer weer aan.
9.
Schakel het product in.
De installatie van DIMM-modules controleren
Controleer na het installeren van de DIMM-module of de installatie is gelukt.
1.
Schakel het product in. Controleer of het lampje Klaar op de printer gaat branden na het
opstarten. Als er een foutbericht verschijnt, is het mogelijk dat een DIMM niet goed geïnstalleerd
is. Zie
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren op pagina
2.
Druk een configuratiepagina af (zie
3.
Controleer de sectie voor het geheugen op de configuratiepagina en vergelijk deze sectie met
de configuratiepagina die is afgedrukt voordat u het geheugen hebt geïnstalleerd. Als de
hoeveelheid geheugen niet groter is, is de DIMM-module mogelijk niet op de juiste wijze
geïnstalleerd of is deze defect. Herhaal de installatieprocedure. Installeer zo nodig een andere
DIMM-module.
OPMERKING:
Geïnstall. personality's en opties op de configuratiepagina. Hier moet de nieuwe producttaal worden
vermeld.
NLWW
Als u een producttaal (personality) hebt geïnstalleerd, controleert u het gedeelte
Informatiepagina's afdrukken op pagina
105.
72).
Geheugen installeren
91