Het is aan te bevelen het toestel via een
stekker aan te sluiten op het elektrici-
teitsnet. Daardoor worden onderhouds-
en herstelwerken eenvoudiger.
Zorg ervoor dat het stopcontact na de
inbouw van uw toestel nog vlot toegan-
kelijk blijft.
Als de aansluiting niet via een stopcon-
tact gebeurt, dient u de aansluiting te
laten uitvoeren door een elektricien, die
goed op de hoogte is van de nationale
voorschriften en aanvullende voor-
schriften van het lokale energiebedrijf,
en deze voorschriften nauwkeurig op-
volgt.
Is het stopcontact voor de gebruiker
niet meer toegankelijk of is er een vaste
aansluiting voorzien, dan moet die
voor elke fase met een stroomonder-
breker uitgerust zijn. Als stroomonder-
brekers kunnen schakelaars worden
gebruikt met een contactopening van
minstens 3 mm. Bijvoorbeeld automa-
tische uitschakelaars, zekeringen en
contactsluiters.
De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje. De informatie moet
overeenkomen met de gegevens van
het net.
Elektrische aansluiting
De fabrikant wijst erop dat hij geen
aansprakelijkheid aanvaart voor (on)
rechtstreekse schade die voortvloeit
uit een ondeskundige inbouw of ver-
keerde aansluiting.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken
was of gewoon ontbrak. Er zijn elek-
trische schokken mogelijk.
Na de montage moet de aarding ge-
controleerd worden!
Totaal vermogen
zie typeplaatje
Aansluiting en beveiliging
AC 230 V / 50 Hz
Overstroombeveiliging 10 A
Onderbrekingskarakteristiek type B
of C
Verliesstroomschakelaar
Om de veiligheid te verhogen wordt
aangeraden vóór het toestel een
veiligheidsschakelaar met een uitscha-
kelstroom van 30 mA te plaatsen.
39