Veiligheids- en instructiestickers
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en
bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen
stickers.
1. Opkrikpunt
1. Bandenspanning
1. Waarschuwing - hete oppervlakken.
1. Waarschuwing - vingers kunnen geplet worden, zijdelingse
kracht.
70-13-072
950832
950889
111-0773
1. Kantelgevaar - vertraag voor een bocht.
2. Kantelgevaar - werken op hellingen van minder dan 16
graden, niet werken op hellingen steiler dan 16 graden.
3. Kantelgevaar - draag altijd een veiligheidsgordel als u een
rolbeugel (ROPS) gebruikt, gebruik geen veiligheidsgordel
als de rolbeugel ingeklapt is.
4. Waarschuwing - lees de Gebruikershandleiding, verwijder
het contactsleuteltje voordat u onderhoud uitvoert.
5. De machine kan voorwerpen uitwerpen - Houd omstanders
op een veilige afstand van de machine.
1. Langzaam
2. Traploos instelbaar
toerental
3. Snel
8
111-0936
111–5233
4. Breng de maaidekken
omhoog
5. Schakel de maaidekken in
neutraal
6. Breng de maaidekken in
de zweefstand