De stroomvoorziening van het apparaat beheren
Met deze functie kunt u de stroomvoorziening van het apparaat vanuit het
printerstuurprogramma beheren.
De procedure voor het beheren van de stroomvoorziening van het apparaat is als volgt:
Printer uit (Power Off)
Met de functie Printer uit (Power Off) schakelt u het apparaat uit. Als u deze functie
gebruikt, kunt u het apparaat niet inschakelen vanuit het printerstuurprogramma.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Voer het uitzetten van de printer uit
Klik op Printer uit (Power Off) op het tabblad Onderhoud (Maintenance). Klik op
OK in het bevestigingsbericht.
Het apparaat wordt uitgeschakeld en het tabblad Onderhoud (Maintenance) wordt
opnieuw weergegeven.
Printer automatisch aan/uit (Auto Power)
Met Printer automatisch aan/uit (Auto Power) kunt u Printer automatisch aan (Auto
Power On) en Printer automatisch uit (Auto Power Off) instellen.
De functie Printer automatisch aan (Auto Power On) schakelt het apparaat automatisch
in wanneer gegevens worden ontvangen.
De functie Printer automatisch uit (Auto Power Off) schakelt het apparaat automatisch
uit wanneer er gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen vanuit het
printerstuurprogramma of het apparaat zijn.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Zorg dat het apparaat aan staat en klik vervolgens op Printer
automatisch aan/uit (Auto Power) op het tabblad Onderhoud
(Maintenance)
Het dialoogvenster Printer automatisch aan/uit (Auto Power Settings) wordt
weergegeven.
205