Inhoudsopgave
Advertenties
5.4 Draagconstructie - Massieve wanden
5.4.1 Natte montage
Afb. 10: Inbouw in massieve wand, classificeringsindex: v
①
EK-EU
②
Motoromkapseling
③
Massieve wand
④
Mortel
⑤
Latei (indien noodzakelijk)
Ⓐ
Inbouwzijde
Personeel:
Vaklieden
Materialen:
Ä „Mortel voor de natte montage" op pagina 12
Mortel
Vereisten:
Massieve wanden, bijv. van beton, gasbeton, metselwerk, dichtheid ≈ 500 kg/m³ en W ≥ 100 mm
Inbouw alternatieven buiten de wand
Om steekverbindingen tussen klep en kanaal te vermijden, kan de klep ook buiten de wand in het toegelaten
rookafvoerkanaal geplaatst worden
1.
Inbouwopening maken, zie Afb. 10 .
Inbouwopening b x h:
b = B + 100 + 2s
h = H + 100 + 2s
s ≤ 60 mm (voldoende plaats voor het vullen van de spleet met mortel voorzien)
Voorbeeld: B x H = 1200 x 750 mm, s = 50 u. 60 mm
b = 1200 + 100 + (2 x 50) = 1400 mm
h = 750 + 100 + (2 x 60) = 970 mm
2.
Rookafvoerklep in de inbouwopening schuiven en vastzetten. Hierbij rekening houden dat de aandrijvingskap-
seling rust tegen de wand.
3.
De omlopende uitsparing »s« volledig met mortel opvullen. De mortelbeddikte mag niet minder dan 100 mm
100 mm bedragen.
Draagconstructie - Massieve wanden > Natte montage
ew
Ⓑ
B × H
b × h
s
W
Ä 5.6 „Brandwerende rook-warmteafvoerkanalen" op pagina 19 .
Rookafvoerkleppen Serie EK-EU
Bedieningszijde
Nominale grootte (Klepdoorsnede, inwendig)
Inbouwopening
omlopende spleet ≤ 60 mm
Wanddikte ≥ 100 mm
Inbouw
15
Advertenties
Inhoudsopgave
