Hoofdstuk 6 Storingen, oorzaken en oplossingen
Probleem
Systeem werkt niet
Permeaatpomp staat stil maar
ontvangt spanning
Permeaatpomp draait maar
levert geen permeaat
Drukmeter onderdruk (0 bar)
Onderdruk te hoog (hoger dan
-0,8 bar)
Onderdruk te groot, opbrengst
te klein
Bruikbare levensduur van de
filtersensor te kort
Permeaatpomp draait maar
levert soms geen permeaat
Systeem werkt, analyser geeft
storing aan
Binnendringen van lucht in het
overloopvat
Oorzaak
Voeding onderbroken
Permeaatpomp uitgeschakeld
Diverse oorzaken, afhankelijk
van waarde van de onderdruk
Permeaatpomp gevuld met
lucht
Sensorbehuizing verstopt
Permeaatslangen geknikt of
verstopt
Filtersensor verontreinigd
Aanzuigleiding lekt
Onvoldoende reiniging van de
filtersensor
Reinigingscyclus incorrect
Drijven van de filtersensor (bij
hoge stroomsnelheid)
Overloopvat leeg
Overloop leeg of onvoldoende
gevuld bij opnieuw starten
Slangaansluiting tussen
overloopvat en analyser defect
Filtersensor verstopt,
onderdruk te groot
Perslucht stroomt niet
gemakkelijk door de
membraansensor
Oplossing
Activeer de systeemschakelaar
punt 11)
Activeer de schakelaar van de permeaatpomp
(Afbeelding 2, pagina
12, punt 13)
Controleer drukmeter van de onderdruk
pagina
12, punt 7)
Handmatige ontluchting van de permeaatpomp
(paragraaf 5.7, pagina
30)
Verwissel en reinig de sensorbehuizing
pagina
25)
Dompel de gereinigde filtersensor onder in drinkwater en
schakel de permeaatpomp in. Als de onderdruk nog
steeds te groot is:
Verwijder de filtersensor en dompel het losse
slanguiteinde onder in drinkwater. Schakel de
permeaatpomp in
Verwijder de kop van de permeaatpomp en controleer de
terugslagventielen aan de zuig- en de drukzijde
Verwissel en reinig de filtersensor
pagina
25)
Schakel het systeem uit en weer in: handmatige start van
de reinigingscyclus
Verwijder de filtersensor en dompel het losse
slanguiteinde onder in drinkwater. Schakel de
permeaatpomp in
Voer chemische reiniging uit: zuur, basisch of allebei.
Controleer de reinigingscyclus (stappen en tijden)
Wijzig de reinigingsoplossing (ander type
reinigingsmiddel)
Controleer de locatie: worden er bijvoorbeeld neerslag- of
vlokmiddelen toegevoegd in de buurt van de
monsterafname
Wanneer heeft de laatste reiniging plaatsgevonden
(huidige afvoertijd van blok 50 moet minimaal 30 min
bedragen)
Kies een andere locatie
Controleer de opbrengst van de permeaatpomp
Installeer de optionele minipomp
Vul het overloopvat handmatig
en start vervolgens de reinigingscyclus
Controleer slangaansluiting op verstoppingen en knikken
Verwissel en reinig de filtersensor
pagina
25)
Perslucht gaat na ventielschakeling naar de pompkop en
vervolgens naar het overloopvat
(Afbeelding 2, pagina
12,
(Afbeelding 2,
(paragraaf 5.2,
(paragraaf 5.2,
(paragraaf 3.5, pagina
22)
(paragraaf 5.2,
33