Afb.105 – zijde luchtdrukverschilschakelaar
2
SLOW
(+)
X mbar
4
10.3.7
Controle van de automatische ontluchter
Afb.106 Controle van de automatische
ontluchter
7621955 - v.16 - 23062021
P
(+)
1
(-)
P
2
1
3
-5.5 mbar....-6,5
AD-0001076-01
AD-0000127-01
Controle van de luchtdrukverschilschakelaar – zijde
1. Haal de korte gekleurde siliconenslang aan de – zijde (P2) van de
luchtdrukverschilschakelaar los.
2. Sluit op één kant van het T-stuk met een slang de - zijde aan van de
luchtdrukverschilschakelaar.
3. Trek injectiespuit uit, totdat de ketel in storing gaat.
4. Noteer de druk, die de manometer op dat moment aangeeft.
Een schakeldruk tussen - 5,5 mbar en - 6,5 mbar is in orde. Een
lagere of hogere schakeldruk duidt op een probleem met de
luchtdrukverschilschakelaar.
5. Neem na de meting de siliconenslang van het T-stuk los van de –
zijde en sluit hier het eerder losgenomen gekleurde slangetje weer
aan.
6. Verwijder eventuele vervuiling bij alle aansluitpunten van slang en van
de luchtdrukverschilschakelaar.
7. Controleer de slangen van de luchtdrukverschilschakelaar op conditie
en dichtheid.
Vervang de slangen indien nodig.
1. Controleer het slangetje bovenop de ontluchter.
2. De automatische ontluchter is lek, als er water zichtbaar is in het
aangesloten slangetje.
3. Vervang, bij lekkage, de ontluchter.
10 Onderhoud
71