6.6.5
De aansluitprint CB-01
Afb.49
Aansluitprint CB-01
X5
X4
IN
X2
X9
Pump
X3
N
L
PWM
Pump
N
L
0
+
Afb.50
Installatiepomp
N L
Afb.51
PWM installatiepomp
PWM
-
+
Afb.52
Connector Tout
Tout
7621955 - v.16 - 23062021
X6
S-Bus
OUT
X10
0-10
On/off
Tout
0
+
OT
BL
RL
AD-3000672-03
AD-3001306-01
AD-3001307-01
AD-4000006-02
De CB-01 wordt geplaatst in de instrumentenbox. Deze biedt gemakkelijke
toegang tot alle standaardconnectoren.
Aansluiten installatiepomp
1. Sluit een installatiepomp aan op de klemmen Pump van de
aansluitconnector.
Belangrijk
Het maximum opgenomen vermogen is 300 VA.
De functie van de installatiepomp kan worden veranderd met behulp van
de parameters PP015, PP016 en PP018.
Voor meer informatie, zie
Instellingen van de CU-GH06c-regeleenheid, pagina 57
Parameters wijzigen, pagina 55
Aansluiten PWM installatiepomp
Op de ketel kan een PWM-installatiepomp worden aangesloten, die vanuit
de ketel modulerend wordt aangestuurd.
1. Sluit de installatiepomp aan op de klemmen PWM van de
aansluitconnector.
Belangrijk
Neem contact met ons op voor meer informatie.
Een buitentemperatuursensor aansluiten
Op de klemmen Tout van de aansluitconnector kan een
buitentemperatuursensor worden aangesloten.
1. Sluit de twee-aderige kabel aan op de Tout-connector.
Stel parameter AP056 in op het geïnstalleerde
buitentemperatuursensortype.
Als ook een aan/uit-thermostaat is aangesloten, dan regelt de ketel de
temperatuur met de richtwaarde van de interne stooklijn. OpenTherm
Regelaars kunnen ook de buitentemperatuursensor gebruiken. De
gewenste stooklijn moet dan op de regelaar worden ingesteld.
Voor meer informatie, zie
Instellingen van de CU-GH06c-regeleenheid, pagina 57
Parameters wijzigen, pagina 55
6 Installatie
43