6
U wordt gevraagd om het volgende faxnummer waarnaar u het document wilt verzenden in
te voeren.
7
Als u meerdere faxnummers wilt invoeren, drukt u op OK wanneer Ja oplicht, en herhaalt u
stap 5.
U kunt maximaal 10 bestemmingen ingeven.
8
Voer de naam en de tijd in van de taak.
Als u een tijdstip instelt dat vroeger is dan de huidige tijd, wordt de fax de volgende
dag op het ingestelde tijdstip verzonden.
9
Het document wordt in het geheugen opgeslagen voordat het wordt verzonden.
Het apparaat keert terug naar stand-bymodus. Het display herinnert u eraan dat het
apparaat zich in stand-bymodus bevindt en dat er een uitgesteld faxbericht is ingesteld.
Hiermee kunt u de lijst van uitgestelde faxtaken controleren.
Druk op
bedieningspaneel.
Een gereserveerde faxtaak annuleren
1
Druk op
(faxen) >
2
Selecteer de gewenste faxtaak en druk op OK.
3
Druk op OK wanneer Ja verschijnt.
De geselecteerde fax wordt uit het geheugen gewist.
4
Druk op
(Annuleren) om terug te keren naar stand-bymodus.
(Menu) > Systeeminst. > Rapport > Geplande takenop het
(Menu) > Faxfunctie > Taak annuleren op het bedieningspaneel.
Een fax verzenden | 101