U kunt ook de zelftest gebruiken om te bepalen of de printer of de computer het probleem veroorzaakt.
Zie "Een zelftest afdrukken" op pagina 106 voor instructies over het afdrukken van een zelftest. Om
communicatieproblemen vast te stellen, kunnen ervaren gebruikers gebruik maken van de
hexadecimale dumpmodus zoals beschreven in "Hexadecimale dump afdrukken" op pagina 107.
Zie "Een papierstoring oplossen" op pagina 103 om vastgelopen papier te verwijderen.
Problemen met de voeding
De lampjes op het bedieningspaneel gaan niet branden.
Oorzaak
De voedingskabel is mogelijk niet aangesloten.
Het stopcontact is mogelijk defect.
De printer werkt niet en de lampjes op het bedieningspaneel doven.
Oorzaak
De printer is uitgeschakeld.
De voedingskabel is niet correct aangesloten op
het stopcontact, of als uw voedingskabel niet per-
manent op uw printer is aangesloten, is de kabel
mogelijk niet goed aangesloten.
Het stopcontact werkt niet.
Afdrukken
Problemen met de afdruk of met de kwaliteit van de afdruk
De printer is ingeschakeld, maar drukt niet af.
Oorzaak
De interfacekabel is beschadigd of gedraaid.
DLQ-3500II/DLQ-3500IIN
Te verrichten handeling
Ga na of de voedingskabel goed is aangesloten op het stopcon-
tact.
Gebruik een ander stopcontact als het stopcontact wordt in- of
uitgeschakeld via een externe schakelaar of een automatische
timer. Sluit een ander elektrisch apparaat, zoals een lamp, aan op
het stopcontact en controleer of het stopcontact correct werkt.
Te verrichten handeling
Zet de printer aan.
Schakel de printer in en controleer of de voedingskabel goed is
aangesloten op het stopcontact en de printer. Zet vervolgens de
voedingsschakelaar aan.
Gebruik een ander stopcontact.
Te verrichten handeling
Controleer of de interfacekabel niet is beschadigd of gedraaid. Als
u een andere interfacekabel hebt, vervang dan de kabel en con-
troleer of de printer correct werkt.
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing
95