3 Uw toestel
3.5
Flexibel koken
Bij het flexibele koken zijn er geen gemarkeerde kookzones.
Pannen met verschillende diameters kunnen op elke zone worden geplaatst. Voor de
panherkenning moet
Voor een gelijkmatig resultaat bij het braden moet de pan gecentreerd op
den gezet. De diameter van de bodem van de pan mag niet groter zijn dan de dia-
meter van de kookzone.
Als een grote pan beide cirkels bedekt, kunnen beide verwarmingsgebieden met
de brugfunctie samengeschakeld worden.
3.6
Kookgerei
Geschikt kookgerei
Uitsluitend kookgerei met een magnetiseerbare bodem (ø12,5–22 cm, in het midden
ø18–28 cm) is geschikt voor het koken op een inductiekookveld.
De geschiktheid kan op de volgende manieren gecontroleerd worden:
▪ Een magneet blijft aan ieder punt van de bodem van het kookgerei vastzitten.
▪ Bij het kookveld brandt alleen het ingestelde vermogensniveau.
Verhit geen ongeschikt kookgerei met behulp van hulpmiddelen zoals metalen
schijven e.d. Dit kan het kookveld beschadigen.
Energiebesparend koken
Neem voor een zo efficiënt mogelijke energieopname en gelijkmatige warmteverdeling
het volgende in acht:
▪ De bodem van het kookgerei moet schoon, droog en niet ruw zijn.
▪ Plaats het kookgerei midden op de kookzone.
▪ Gebruik een goed sluitende deksel.
▪ Pas de diameter van het kookgerei aan het vulgewicht aan.
Gecoat kookgerei
▪ Gecoat kookgerei mag alleen boven vermogensniveau
dem geheel met vloeistof is bedekt.
– De coating kan anders oververhit en beschadigd raken.
▪ Gebruik om te bakken maximaal het vermogensniveau .
Gecoate braadpannen nooit met PowerPlus gebruiken.
Geluiden tijdens het bedrijf
Het kookgerei kan tijdens het bedrijf geluiden voortbrengen. Dat duidt niet op een sto-
ring. De werking van het toestel wordt op geen enkele wijze nadelig beïnvloed.
De geluiden zijn afhankelijk van het gebruikte kookgerei. Bij sterk lawaai is het wel-
licht beter om van kookgerei te wisselen.
10
echter bedekt zijn.
worden gebruikt als de bo-
wor-