13 14
12
30
31
32a
33
9.2 Zekering vervangen van accu-pack
Bij een overbelasting van afzonderlijke e-fix-componenten moeten in sommige gevallen
tevens de zekeringen van de accu-pack worden vervangen. Hiervoor moet de accu-pack uit
de rolstoel worden verwijderd.
· Verwijder uit veiligheidsoverwegingen de interface van de accu-pack (zie hoofdstuk 3.2).
· Verwijder de accu-pack uit de accutas (zie hoofdstuk 3.2).
· Open het afdekklepje [12] op de achterzijde van de accu-pack.
· Vervang de defecte zekering (3 A [13] resp. 25 A [14]).
· Sluit het afdekklepje [12].
· Plaats de accu-pack weer terug in de accutas.
· Plaats de interface [15] weer in de accu-pack (zie hoofdstuk 3.1).
De zekeringen kunt u vinden aan de onderzijde van de accu-pack. Hiervoor hebt u
geen gereedschap nodig. Indien één van de zekereingen defect is, gebruik dan uitslui-
tend de bijgeleverde reservezekeringen.
Zekeringen reageren zeer gevoelig op elektrische storingen. Indien meermaals zeke-
ringen dienen te worden vervangen, kan dit het gevolg van een storing aan een e-fix-
component zijn. Neemt u in zulke gevallen a.u.b. contact op met uw gespecialiseerde
vakhandel. Plaats nooit een zekering met een andere nominale waarde als de aange-
geven waarde en nooit een defecte zekering overbruggen. Hierdoor kan het apparaat
worden vernield en kan de e-fix onder omstandigheden in brand raken.
10. Bedieningskasthouder voor begeleiders (als toebehoren verkrijgbaar)
De e-fix kan zowel door de rolstoelgebruiker zelf als door een begeleider bediend worden.
Daartoe is enkel de verplaatsing van de bedieningskast naar een bedieningsconsole op een
duwhandvat noodzakelijk. Die console behoort niet tot het standaard leveringspakket, maar
kan altijd achteraf aangebracht worden.
· Indien de e-fix aan staat, moet u het systeem eerst door het indrukken van de aan/uit
toets op de bedieningskast uitzetten (zie hoofdstuk 4.2).
29
· Trek de stekker [21] van het bedieningskast (zie ook hoofdstuk 4.2).
· Trek het bedieningskast uit het verschuifdeel [29] (zie ook hoofdstuk 4.2).
· Schuif het bedieningskast [18] in het verschuifdeel [29] en zet het vast met de
klemhendel [32a].
18
· Schuif de stekker [21] in het bedieningskast.
· Plaats de op deze wijze gemonteerde eenheid in de opname [33].
21
· Schuif vervolgens de opnamehaak [34] in de op de rolstoel aangebrachte bevestiging
[35].
32b
· Zet de opnamehaak [34] vast met de klemhendel [32b].
35
Moet het bedieningskast weer direct door de rolstoelgebruiker gebruikt worden, demonteer
34
het dan in omgekeerde volgorde. Het staat u vrij te kiezen, welk van de afzonderlijke com-
ponenten [31 - 34] zo nodig permanent op de rolstoel moeten blijven zitten.
23