of de zenuwen van de vingers, handen en
polsen bij personen die lijden aan
bloedsomloopstoornissen of abnormale
zwellingen. Langdurig gebruik bij koud
weer is in verband gebracht met schade aan
de bloedvaten bij overigens gezonde
mensen. Als er symptomen optreden als
verstijving, pijn, verlies van kracht,
verandering in huidskleur of -weefsel of
verlies van gevoel in de vingers, handen of
polsen, stop dan het gebruik van dit
apparaat en ga naar een arts.
- Het ontstekingssysteem van uw apparaat
produceert een elektromagnetisch veld met
een zeer lage intensiteit. Dit veld kan
interferentie veroorzaken met bepaalde
pacemakers. Om het risico op ernstig letsel
of overlijden zo klein mogelijk te houden
moeten personen met een pacemaker hun
eigen arts en de fabrikant van de
pacemaker raadplegen voordat ze deze
machine gebruiken.
LET OP: Nationale voorschriften kunnen het
gebruik van de machine beperken.
1 - Gebruik de machine niet voordat u op
de hoogte bent van de specifieke manier
waarop deze moet worden gebruikt. De
gebruiker dient eerst te oefenen met het
apparaat voordat hij of zij het in de praktijk
gaat gebruiken.
2 - De machine mag uitsluitend worden gebruikt
door volwassenen die in goede lichamelijke
conditie zijn en de gebruiksaanwijzingen
kennen.
3 - Gebruik de bosmaaier nooit als u vermoeid
bent of wanneer u alcohol, drugs of
medicijnen heeft gebruikt.
4 - Draag altijd gepaste stevige kleding en
veiligheidsuitrusting (schoenen, een lange
broek, handschoenen, oor-, oogbeschermig
en een helm). De kleding moet aangenaam
zitten, maar mag niet te los worden gedragen.
5 - Laat nooit een kind met de bosmaaier werken.
6 - De gebruiker moet erop letten, dat er zich
in een straal van 15 meter van de in werking
zijnde bosmaaier niemand anders bevindt.
8
7 - Voordat u de bosmaaier gebruikt dient u te
controleren of de schroef, die het maaiblad
bevestigt, stevig vast zit.
8 - Gebruik nooit een ander snijwerktuig of
-onderdeel, dat niet expliciet is aanbevolen
voor deze machine (zie pag. 23).
9 - D e b o s m a a i e r m a g n i e t z o n d e r
maaibladbeveiliging worden gebruikt.
10 - Voordat u de machine start, moet u ervoor
zorgen dat het maaiblad vrij kan draaien.
11 - Tijdens het werk moet u regelmatig het
maaiblad controleren (als de motor uit staat).
Gebruik de bosmaaier nooit als het maaiblad
kapot is of breuken vertoont: u dient dan het
maaiblad onmiddellijk te vervangen.
12 - Gebruik de machine alleen op goed
geventileerde plaatsen, gebruik de machine
niet in explosieve of ontvlambare ruimtes of
in gesloten ruimtes.
13 - Raak nimmer het maaiblad als de motor
loopt en pleeg ook geen onderhoud met
draaieinde motor.
14 - Het is verboden een andere rotor op de
stroomaansluiting van de machine aan te
brengen dan degene die door de fabrikant
geleverd is.
15 - Werk niet met een beschadigde, slecht
gerepareerde, slecht gemonteerde of
eigenhandig gewijzigde machine. Verwijder
geen veiligheidsvoorzieningen, beschadig hen
niet en stel hen niet buiten werking. Gebruik
alleen werktuigen die zijn aangegeven in de
tabel.
16 - Houd alle etiketten met gevaar- en
veiligheidssignaleringen in perfecte conditie.
Als ze beschadigd of onleesbaar worden,
moeten ze onmiddellijk worden vervangen
(Fig. 25).
17 - Gebruik de machine niet voor andere
doeleinden dan die in de handleiding
worden aangegeven (zie pag. 14).
18 - Laat het apparaat niet achter met draaiende
motor.
19 - U mag de motor nooit starten zonder
transmissiesteel.
20 - Controleer de bosmaaier dagelijks om er zeker
van te zijn dat alles juist functioneert en dat alle
veiligheidsvoorzieningen juist werken.