arts indien u fysieke symptomen heeft
zoals verstijving, gevoelloosheid,
vermindering van de normale kracht of
variaties in de kleur van de huid. Deze
symptomen doen zich doorgaans voor in
de vingers, handen of polsen.
Voordat u de machine start, dient u te controleren
of de gashendel vrij functioneert.
WAARSCHUWING: houd u aan de
veiligheidsinstructies voor het hanteren van de
brandstof. Zet altijd de motor uit voordat u de
tank bijvult. Vul nooit brandstof bij in een
apparaat met een draaiende of hete motor. Ga
minimaal 3 m van de plaats waar de bijvulling
heeft plaatsgevonden vandaan voordat u de
motor start. NIET ROKEN!
1. Maak het oppervlak rond de tankdop schoon
om verontreiniging te voorkomen.
2. Draai de tankdop langzaam los.
3. Giet het brandstofmengsel voorzichtig in de
tank. Voorkom morsen.
4. Voordat u de tankdop weer vastdraait dient u
de pakking schoon te maken en te controleren.
5. Plaats de tankdop onmiddellijk terug en draai
hem met de hand vast. Verwijder eventueel
gemorste brandstof.
WAARSCHUWING: controleer of er
brandstoflekken zijn, en los deze op voordat u
het apparaat gebruikt. Neem zo nodig contact
op met de klantenservice van uw leverancier.
Motor is verzopen
- Zet de on/off-schakelaar op STOP.
- Plaats een geschikt gereedschap in de dop van
de bougie.
- Wrik de dop van de bougie.
- Draai de bougie los en maak hem droog.
- Zet het gas helemaal open.
- Trek een paar keer aan het startkoord om de
verbrandingskamer leeg te maken.
- Zet de bougie terug op zijn plaats en sluit de
dop weer aan, druk hem stevig naar beneden.
- Zet de on/off-schakelaar op I, de startstand.
- Zet de chokehendel op stand OPEN – ook als de
motor koud is.
- Start de motor.
Startprocedure
1) Duw de primer 6 keer zacht in (9, Fig.1).
2) Zet de starthendel (15, Fig.1) in de stand CLOSE
(0) (A, Fig.13). Op deze manier wordt
automatisch
ook
ingeschakeld.
3) Zet de bosmaaier in een stabiele stand op de
grond. Controleer of het snijgereedschap vrij is.
Houd de bosmaaier met één hand vast (Fig.12),
trek aan de startkabel (niet meer dan 3 keer)
totdat u de eerste plof van de motor hoort. Een
nieuwe machine kan een aantal extra pogingen
vereisen.
4) Zet de starthendel (15, Fig.1) in de stand OPEN
(I) (B, Fig.13).
5) Trek aan de startkabel om de motor te starten.
Laat de machine na de start enkele seconden
warmlopen zonder de gashendel aan te raken.
De machine kan er bij kou of op grote hoogte
wat langer over doen om op te warmen. Druk
ten slotte de gashendel (18, Fig. 1) in om de
automatische semi-versnelling uit te schakelen.
VOORZICHTIG:
- Wikkel de startkabel nooit om uw hand.
- Gebruik bij het trekken nooit de hele lengte
van de startkabel; hierdoor kan hij breken.
- Laat de startkabel niet plotseling los; houd
de starthandgreep (14, Fig.1) vast en laat de
kabel langzaam oprollen.
LET OP: als de motor warm is geen choke
gebruiken om te starten.
L E T
O P :
versnellingsapparaatje uitsluitend bij de
startfase van de motor koud.
INLOPEN VAN DE MOTOR
De motor bereikt het maximale vermogen na 5÷8
bedrijfsuren.
Om overmatige belasting te vermijden mag de motor
tijdens deze inloopperiode niet onbelast worden
gebruikt op het maximale toerental.
de
semi-versnelling
G e b r u i k
h e t
s e m i -
13