CARBURATEUR
Voor het eventueel afstellen van de carburateur moet
het luchtfilter schoon zijn (C, Fig. 23) en de motor
moet op bedrijfstemperatuur zijn. Deze motor is
ontworpen en gebouwd in overeenstemming met de
voorschriften van de richtlijnen 97/68/EG, 2002/88/
EG en 2004/26/EG. De carburateur (Fig. 21) is
zodaning ontworpen dat er alleen regelingen zijn
toegstaan op de schroeven L en H, van niet meer
dan een kwartslag. Het beperkte instellingsveld van
de schroeven L en H van een ± 1/8 is bij voorbaat door
de fabrikant bepaald, en kan niet worden gewijzigd.
LET OP: Forceer de schroeven niet voorbij
het toegestane instellingsveld!
Schroef T (stationairschroef) is dusdanig afgesteld
dat er een goede veiligheidsmarge is tussen het
stationair toerental en het aangrijptoerental van de
centrifugaalkoppeling.
Schroef L moet zo zijn afgesteld dat de motor goed
accelereert en ook goed stationair blijft draaien.
Schroef H moet zo zijn afgesteld dat de motor vol
vermogen geeft tijdens het maaien.
LET OP: Wanneer de motor stationair draait
(2800-3000 omwentelingen/min) mag het
maaiblad meedraaien. We raden u aan alle
brandstofafstellingen te laten uitvoeren door uw
dealer of erkende onderhoudswerkplaats.
LET OP: Weersomstandigheden kunnen
invloed hebben op de carburateurafstelling.
UITLAAT (BC 220 - BC 240)
WAARSCHUWING! - Deze knalpot is uitgerust
met een katalysator, die ervoor zorgt dat de motor
voldoet aan de emissievereisten. U mag de
katalysator nooit wijzigen of verwijderen: indien u
dat wel doet, bent u wettelijk strafbaar.
WAARSCHUWING! - Knalpotten uitgerust
met een katalysator worden bij het gebruik zeer
heet en blijven dat ook lang nadat de motor is
stilgelegd. Dit is ook het geval wanneer de motor
stationair loopt. Bij aanraking kan de huid
brandwonden oplopen. Vergeet ook het
brandgevaar niet!
20
VOORZICHTIG! - Een beschadigde uitlaat
moet worden vervangen. Als de uitlaat vaak
verstopt is, kan dit betekenen dat de katalysator een
beperkt rendement heeft.
WAARSCHUWING: Werk niet met uw
bosmaaier als de demper beschadigd, afwezig
of gewijzigd is. Een onvoldoende onderhouden
demper verhoogt het risico op brand en
gehoorverlies.
BUITENGEWOON ONDERHOUD
Om de twee jaar, of bij intensief gebruik aan het
einde van elk seizoen, moet een algemene
controle op het apparaat worden uitgevoerd door
een gespecialiseerd technicus van het
assistentienetwerk.
LET OP: Alle niet in deze handleiding
beschreven onderhoudshandelingen moeten
door een geautoriseerde werkplaats uitgevoerd
worden. Om een constant en regelmatig
functioneren van de grasmaaier te garanderen,
denk eraan, dat eventuele vervanging van
onderdelen alleen moet gebeuren met ORIGINELE
RESERVE-ONDERDELEN.
E v e n t u e l e n i e t - g e a u t o r i s e e r d e
wijzigingen en/of niet-originele wisselstukken
kunnen tot ernstig letsel leiden en zelfs tot de
dood van de operator of anderen.
10. OPSLAG
Wanneer het apparaat lange tijd niet gebruikt zal
worden:
- Ledig de brandstoftank en maak hem schoon
in een goed geventileerde ruimte. Om de
carburateur te ledigen moet de motor worden
gestart en moet u wachten tot de motor stopt
(als u het mengsel in de carburateur laat,
zouden de membranen beschadigd kunnen
worden).
- Na de winterstalling zijn de startprocedures
dezelfde als bij de normale start van de
machine (pag. 108).
- Volg alle onderhoudswerkzaamheden op zoals
hiervoor vermeld bij Onderhoud.