Kopieerinstellingen
U kunt de kopieerinstellingen tijdelijk wijzigen
voor de volgende kopie.
De machine schakelt na 1 minuut over naar
de standaardinstellingen of naar de
faxmodus als u de tijdklokstand hebt
ingesteld. (Zie Tijdklokstand op pagina 21.)
Als u klaar bent met het kiezen van
instellingen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Als u nog meer instellingen wilt selecteren,
drukt u op a of b.
Opmerking
U kunt bepaalde instellingen die u het
vaakst gebruikt opslaan door ze als
standaard in te stellen. Deze instellingen
blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
(Zie Uw wijzigingen instellen als nieuwe
standaardinstellingen op pagina 75.)
De kopieersnelheid en -
kwaliteit wijzigen
U kunt kiezen uit een reeks
kwaliteitsinstellingen. De fabrieksinstelling is
Normaal.
Snel
Hoge kopieersnelheid en laagste
inktverbruik. Om tijd te besparen bij het
afdrukken van documenten die u wilt
proeflezen, grote documenten of een
groot aantal kopieën.
Normaal
Normaal is de aanbevolen stand voor
gewone afdrukken. Dit zorgt voor goede
kopieerkwaliteit met goede
kopieersnelheid.
Fijn
Gebruik deze modus voor het kopiëren
van precieze beelden, zoals foto's. Deze
modus levert de hoogste resolutie en de
laagste snelheid.
a
Druk op
12
b
Laad uw document.
c
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d
Druk op a of b om Kwaliteit te
selecteren.
Druk op OK.
e
Druk op a of b om Snel, Normaal of
Fijn te kiezen.
Druk op OK.
f
Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
De gekopieerde afbeelding
vergroten of verkleinen
U kunt een vergrotings- of
verkleiningspercentage kiezen.
a
Druk op
b
Laad uw document.
12
c
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d
Druk op a of b om Vergr./Verklein
te selecteren.
Druk op OK.
Kopiëren
(Kopie).
(Kopie).
71
12
12