12
Kopiëren
Kopiëren
Kopieermodus activeren
Wanneer u een kopie wilt maken, drukt u op
(Kopie), waarna deze toets groen
wordt.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
KOPIE
Kwaliteit
Vergr./Verklein
Papiersoort
Papierformaat
Helderheid
Kopie start
druk
1 Aantal kopieën
U kunt het gewenste aantal kopieën invoeren
met de kiestoetsen.
Druk op a of b om door de Kopie-opties te
bladeren.
Kwaliteit (Zie pagina 71.)
Vergr./Verklein (Zie pagina 71.)
Papiersoort (Zie pagina 75.)
Papierformaat (Zie pagina 75.)
Helderheid (Zie pagina 74.)
Contrast (Zie pagina 74.)
Kleuren aanp. (Zie pagina 74.)
Stapel/Sorteer (Zie pagina 73.)
Pagina layout (Zie pagina 72.)
Nieuwe standaard (Zie pagina 75.)
Fabrieksinstell. (Zie pagina 76.)
70
12
12
1
01
Normaal
100%
Gewoon
A4
0
Druk op OK wanneer de gewenste optie is
gemarkeerd.
Opmerking
Standaard is de faxmodus actief. U kunt
opgeven hoe lang de machine na de
laatste kopieeropdracht in de
kopieermodus moet blijven staan. (Zie
Tijdklokstand op pagina 21.)
Eén kopie maken
a
Druk op
(Kopie).
b
Laad uw document.
(Zie Documenten laden op pagina 9.)
c
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Meerdere kopieën maken
U kunt max. 99 kopieën maken.
a
Druk op
(Kopie).
b
Laad uw document.
(Zie Documenten laden op pagina 9.)
c
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Als u de kopieën wilt sorteren, drukt u op
a of b om Stapel/Sorteer te kiezen.
(Zie Kopieën sorteren met gebruik van de
ADF op pagina 73.)
Kopiëren onderbreken
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te
stoppen.
12
12
12
12