Problemen oplossen en
B
routineonderhoud
Problemen oplossen
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips
voor het oplossen van problemen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het
Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen. Ga naar http://solutions.brother.com.
Als u problemen met uw machine hebt
Afdrukken
Probleem
Geen print.
Slechte afdrukkwaliteit.
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
De machine print blanco pagina's.
Suggesties
Controleer de interfacekabel tussen de machine en uw computer. (Zie de
Installatiehandleiding.)
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en de machine
niet in de Spaarstand staat.
Eén of meer inktcartridges zijn leeg. (Zie De inktcartridges
vervangen op pagina 128.)
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie
Foutmeldingen op pagina 120.)
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of de machine online is. Klik op Start en vervolgens op
Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop en selecteer
Brother MFC-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is), en controleer of
Printer offline gebruiken uitgeschakeld is.
Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren op pagina 134.)
Zorg dat de instelling voor het mediatype in de printerdriver of de papiersoort in
het menu overeenkomen met het door u gebruikte type papier. (Zie Afdrukken
®
voor Windows
of Afdrukken en faxen voor Macintosh
op de cd-rom en Papiersoort op pagina 22.)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. De inkt zou kunnen klonteren
ten gevolge van:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Cartridges
kunnen tot max. 2 jaar gebruikt worden, als zij in hun originele verpakking
bewaard worden.)
De inktcartridge bevond zich al meer dan zes maanden in uw machine.
Het kan ook zijn dat de inktcartridge vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere
media op pagina 11.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine is tussen 20° C en 33° C.
De printkop reinigen (Zie De printkop reinigen op pagina 134.)
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere
media op pagina 11.)
Gebruik de fotopapierlade als u wilt afdrukken op papier met het formaat Foto L of
10 × 15 cm. (Zie Fotopapier laden op pagina 17.)
De printkop reinigen (Zie De printkop reinigen op pagina 134.)
®
in de softwarehandleiding
113
B
B
B
B