6 Elektrische aansluiting
☐ Op de volgens de statistieken koudste dag mag de nullastspanning van de PV-generator nooit
groter zijn dan de maximale ingangsspanning van de omvormer.
☐ De positieve aansluitkabels van de PV-panelen moeten voorzien zijn van de positieve DC-
connectoren (voor informatie over het confectioneren van DC-connectoren zie
installatiehandleiding van de DC-connectoren).
☐ De negatieve aansluitkabels van de PV-panelen moeten voorzien zijn van de negatieve DC-
connectoren (voor informatie over het confectioneren van DC-connectoren zie
installatiehandleiding van de DC-connectoren).
Gebruik van Y-adapters voor parallelschakeling van strings
De Y-adapters mogen niet worden gebruikt om de DC-stroomkring te onderbreken.
• De Y-adapters mogen niet in de directe nabijheid van de omvormer zichtbaar of vrij
toegankelijk zijn.
• Als u de DC-stroomkring wilt onderbreken, schakel dan de omvormer altijd spanningsvrij,
zoals beschreven in dit document (zie hoofdstuk 10, pagina 53).
6.4.2 PV-generator aansluiten
Onherstelbare schade aan de omvormer door te hoge spanning
Als de nullastspanning van de PV-panelen de maximale ingangsspanning van de omvormer
overschrijdt, kan de omvormer door overspanning onherstelbaar beschadigd raken.
• Sluit geen PV-strings op de omvormer aan en controleer de configuratie van de PV-installatie
als de nullastspanning van de PV-panelen de maximale ingangsspanning van de omvormer
overschrijdt.
1. Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar van alle 3 fasen uit en beveilig hem tegen opnieuw
inschakelen.
2. Als de ESS is ingestoken, trek deze er dan uit.
3. Als de beschermkap is gemonteerd, draai de 2 schroeven van de beschermkap dan los met
een inbussleutel (SW 5) en verwijder de beschermkap.
4. Controleer of een aardlek aanwezig is in de PV-generator.
5. Controleer of de DC-connectoren de juiste polariteit hebben.
Als de DC-connector verbonden is met een DC-kabel met verkeerde polariteit, dan moet de
DC-connector opnieuw worden geconfectioneerd. Daarbij moet de DC-kabel altijd dezelfde
polariteit hebben als de DC-connector.
6. Controleer of de nullastspanning van de PV-generator niet de maximale ingangsspanning
overschrijdt.
7. Sluit de geconfectioneerde DC-connectoren aan op de omvormer.
☑ De DC-connectoren klikken hoorbaar vast.
30
STP5-10TL-20-BE-nl-13
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding