Veiligheidshoofdstuk
Aandrijving en motor - ATEX
Doseereenheid SS, HC - ATEX
Opstelhoogte
Veiligheidsvoorzieningen
Andere beveiligingsinrichtingen - sticker
ATEX
Vaste, scheidende beveiligingsinrichtingen
26
Informatie
Omgevingstemperatuur tijdens bedrijf
(standaard):
Omgevingstemperatuur tijdens bedrijf (uit‐
voering "Lage temperatuur zone 2", voor
aandrijving)*:
* Alleen met actief verwarmingselement
Informatie
Temp. max., langdurig bij max. bedrijfs‐
druk
Temperatuur min.
Informatie
Opstelhoogte, max.*:
* bij grotere opstelhoogten raden wij u dringend hulp te vragen van een
specialist op het gebied van ATEX-motoren!
WAARSCHUWING!
–
Pompen met onderdelen van elektrisch niet-gelei‐
dend kunststof moeten zijn voorzien van onder‐
staande veiligheidsaanwijzing.
–
De sticker moet altijd aanwezig zijn en goed herken‐
baar worden gehouden.
–
Er mag geen andere sticker over een sticker worden
geplakt.
- zi e g e b ru i k e rs h a n d l e i d i n g
Afb. 2
Tijdens het gebruik van de pomp moeten al deze onderdelen op de betref‐
fende posities zijn gemonteerd.
Beveiligingsinrichting
Deksel klemmenkast motor
alleen bij ATEX-versie met aan‐
bouwaandrijving: Inspectiedeksel
koppelingsflens
alleen bij ATEX-versie "zonder
motor": Inspectiedeksel motoraan‐
sluiting
Waarde Eenheid
-10 ... +40 °C
-20 ... +40 °C
Waarde Eenheid
Waarde Eenheid
W a a r s c h u w i n g
Ge va a r d oo r
e l ek t r o st a t i sc he o n t l a d i n g
Mag alleen worden verwijderd
door*:
Elektromonteur ATEX, serviceafde‐
ling
Serviceafdeling
Serviceafdeling
90 °C
-10 °C
1000 m boven
NAP