8.2.2
Doorgang van de schijvenrijen instellen
Vakwerkplaats
De doorgang wordt door het verdraaien van de
voorste en achterst schijvenrij via de spindels
ingesteld.
Bij maximaal opgeheven schijvenrijen kunnen de
tanden 30 cm diep werken zonder dat het
schijvenveld ingrijpt.
Bij maximaal neergelaten schijvenrijen kan het
schijvenveld 10 cm diep werken, zonder dat de
tanden ingrijpen.
Doorgang instellen
1. Uitgeklapte machine horizontaal uitlijnen.
2. Werkdiepte op kleinste waarde instellen.
Schijven staan niet op de bodem.
→
3. Alle spindelhulzen via ratels gelijkmatig
verschuiven.
Doorgang via positie van de spindelhuls
instellen, zie pagina 80.
Ceus-2TX BAG0183.10 06.23
Instellingen
83