Transporteren van de machine
Ceus-2TX BAG0183.10 06.23
Bij het rijden op de openbare weg dient u zich aan de geldende
•
verkeersregels te houden!
•
Controleer voor transportritten
of voedingsleidingen correct zijn aangebracht;
ο
of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is;
ο
het remsysteem en hydraulische systeem op in het oog
ο
lopende gebreken;
ο
of de handrem volledig los is;
ο
de werking van het remsysteem.
dragende framedelen controleren op schade.
ο
•
De tractor dient altijd te beschikken over voldoende stuur- en
remvermogen!
Aan een tractor aangebouwde of aangekoppelde machine en
gewichten aan voor- of achterzijde beïnvloeden niet alleen het
rijgedrag, maar ook het stuur- en remvermogen van de tractor.
Gebruik zo nodig gewichten aan de voorzijde!
•
De vooras van de tractor dient altijd met minimaal 20 % van het
eigen gewicht van de tractor worden belast, om zeker te zijn van
voldoende stuurvermogen.
Bevestig gewichten aan voor- of achterzijde altijd in
•
overeenstemming met de voorschriften aan de daartoe
bestemde bevestigingspunten!
•
Houd rekening met het maximale laadvermogen van de
aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare
asbelasting en oplegdruk van de tractor!
•
De tractor dient voor de beladen combinatie (tractor met
aangebouwde of aangekoppelde machine) over voldoende
remvertraging te beschikken!
Controleer de werking van de remmen voordat u gaat rijden!
•
Houd met een aangebouwde of aangekoppelde machine in
•
bochten rekening met de grote uitzwaai en de
middelpuntvliedende kracht van de machine!
•
Wanneer de machine aan de driepuntshydraulica of de
trekstangen van de tractor is bevestigd, moet u er vóór transport
voor zorgen dat de trekstangen aan de zijkant voldoende is
vastgezet!
Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de
•
transportstand!
Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de
•
transportstand vast om te voorkomen dat zij van positie
veranderen. Maak hiervoor gebruik van de daarvoor bestemde
transportbeveiligingen!
•
Vergrendel vóór transport de bedieningshendel van de
driepuntshydraulica om onbedoeld heffen of zakken van de
aangebouwde of aangekoppelde machine te voorkomen.
Controleer vóór transport of de benodigde transportuitrustingen,
•
zoals verlichting, waarschuwingssystemen en
beschermingsvoorzieningen, op de juiste wijze aan de machine
zijn gemonteerd!
Controleer vóór transport door middel van een visuele controle
•
of de pennen van de topstang en de trekstangen met de veerclip
zijn geborgd.
•
Pas uw rijsnelheid aan de omstandigheden ter plaatse aan!
Schakel bij bergaf rijden een lagere versnelling in!
•
Schakel de onafhankelijke wielremmen tijdens transport altijd uit
•
(pedalen vergrendelen)!
Algemene veiligheidsinstructies
27