Inbedrijfstelling
6
Inbedrijfstelling
66
Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over
•
het in bedrijf stellen van uw machine.
•
de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw
tractor kunt aansluiten/aankoppelen.
Voor het inbedrijfstellen van de machine moet de gebruiker deze
•
bedieningshandleiding hebben gelezen en begrepen.
•
Raadpleeg het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de
gebruiker", vanaf blz. 25 bij
aan- en afkoppelen van de machine;
ο
ο
transporteren van de machine;
ο
werken met de machine.
•
De tractor waarop u de machine aankoppelt of waarmee u de
machine transporteert dient daartoe geschikt te zijn!
Tractor en machine dienen te voldoen aan de wettelijke
•
verkeersvoorschriften!
•
Zowel de eigenaar (exploitant) als bestuurder (bediener) zijn
ervoor verantwoordelijk dat de machine voldoet aan de nationale
verkeersvoorschriften!
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, naar binnen
trekken en vastgrijpen bij de hydraulische of elektrische
onderdelen.
Blokkeer geen bedieningshendels op de tractor als deze hendels
hydraulische of elektrische functies direct uitvoeren, zoals in- en
uitklappen, draaien en verschuiven. De beweging moet automatisch
stoppen zodra u de betreffende bedieningshendel bijbehorende
regelelement loslaat. Dit geldt niet voor bewegingen van inrichtingen
die
•
continu zijn of
•
automatisch geregeld zijn of
voor hun werking een zweefstand of drukstand nodig hebben.
•
Ceus-2TX BAG0183.10 06.23