I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G
!Tip
-
Bij controle of de hoofdbrander blijft branden kan het zijn dat deze toch na 22 seconden uitschakelt. Dit
wordt dan veroorzaakt omdat het toestel is uitgerust met een tweede thermokoppel en het glasraam niet
geplaatst is. U kunt dit beschouwen als zijnde dat de hoofdbrander blijft branden.
-
Tijdens het ontstekingsproces is het niet toegestaan de regelknop B op het gasregelblok handmatig te
!Let op
bedienen.
-
Wacht altijd 5 min. na het doven van de waakvlam voordat u het toestel opnieuw ontsteekt;
-
De waakvlam mag niet lager ingesteld worden met behulp van de instelmogelijkheid op het gasregelblok.
7.3.2 Hoofdbrander
-
De waakvlambrander moet de hoofdbrander binnen enkele seconden en zonder ploffen ontsteken.
!Let op
-
De hoofdbrander(s) moet(en) vloeiend, zonder ploffen en over de volledige brander overlopen en blijven
branden.
Ø
Controleer het functioneren van de hoofdbrander vanuit koude toestand (waakvlam uit):
Ø
na het openen van de gasklep moet de hoofdbrander binnen enkele seconden branden.
!Tip
-
Bij het openen van de gasklep gaat de motor draaien; dit is hoorbaar.
-
Het vlambeeld en een goede vlamoverloop kan alleen goed beoordeeld worden indien het glasraam is
gemonteerd.
Raadpleeg het storingszoekschema (Bijlage 1) als de ontsteking van de hoofdbrander niet aan de hierboven
genoemde eisen voldoet.
7.4 Vlambeeld
Het vlambeeld kan pas echt beoordeeld worden als het toestel meerdere uren heeft gebrand. Vluchtige
componenten uit verf, materialen e.d., die de eerste uren uitdampen, beïnvloeden het vlambeeld.
Als de boezem gemaakt is van steenachtige materialen of afgewerkt is met stucwerk mag het pas 6 weken na
!Let op
het plaatsen van de boezem in gebruik genomen worden ter voorkoming van krimpscheuren.
Ø
Controleer of het vlambeeld acceptabel is.
Ø
Raadpleeg het storingszoekschema (Bijlage 1) als het vlambeeld niet acceptabel is om het probleem te
verhelpen.
NL