-
-
-
Sommige hittebestendige isolatiematerialen bevatten vluchtige componenten, die langdurig een
!Let op
onaangename geur verspreiden; deze zijn niet geschikt.
Plaats het concentrische systeem als volgt:
Ø
Bouw het systeem op vanaf (de aansluitstomp van) het toestel.
Ø
Sluit de concentrische pijpstukken, het verloopstuk en zonodig de bochten aan.
Ø
Breng bij het rechthoekige systeem op elke verbinding eerst een koppelstuk aan zoals hieronder is beschreven
(zie bijlage 3, Afb. 3d):
Bij de rechthoekige pijpstukken is de binnenpijp aan de onderkant langer dan de buitenpijp; de binnenpijp
!Let op
schuift in de binnenpijp van de aansluitstomp of van het voorgaande pijpstuk;
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Ø
Zet het eerste ronde concentrische pijpstuk met 4 zelfborende parkers vast op het verloopstuk.
Ø
Breng op deze verbinding een klemband met siliconen afdichtring aan.
Ø
Breng bij ronde pijpstukken op elke verbinding een klemband met siliconen afdichtring aan.
Ø
Zet de klemband met een parker vast aan de pijp op plaatsen die na installatie onbereikbaar zijn.
Ø
Breng bij ronde pijpen voldoende beugels aan, zodat het gewicht van de pijpen niet op het toestel rust.
Ø
Bepaal de resterende lengte voor de dakdoorvoer.
Ø
Maak de dakdoorvoer op maat.
Zorg ervoor dat de juiste insteeklengte behouden blijft;
!Let op
Ø
Sluit de dakdoorvoer aan op de concentrische pijpen.
-
!Let op
Ø
-
5.4.4 Aansluiting bestaand schoorsteenkanaal
U kunt het toestel op een bestaand kanaal aansluiten.
In de schoorsteen wordt een flexibele RVS pijp geplaatst voor de afvoer van de verbrandingsgassen. De ruimte
er omheen wordt als verbrandingsluchttoevoer gebruikt.
Bescherm het gasregelblok en de leidingen tegen vuil uit het schoorsteenkanaal.
!Let op
Bij aansluiting op een bestaand schoorsteenkanaal gelden de volgende eisen:
-
-
!Let op
-
-
NL
Houd een afstand van minimaal 50 mm aan tussen de buitenkant van het concentrische systeem en het
plafond;
Gebruik onbrandbaar materiaal voor het inbouwen van het concentrisch systeem in bijvoorbeeld een koof;
Gebruik hittebestendig isolatiemateriaal bij doorvoer door brandbaar materiaal.
Schroef voor het inkorten van een rechthoekig pijpstuk de binnenpijp los van de buitenpijp;
Maak de binnenpijp en de buitenpijp aan het boveneinde even lang;
Schroef de binnenpijp weer vast;
Plaats het koppelstuk met afdichting op het ingekorte pijpstuk en zet dit op beide kopse kanten vast met 2
zelfborende parkers.
Plaats een rode afdichting op de aansluitstomp van het toestel;
Plaats vervolgens het koppelstuk op de aansluitstomp;
Zet het koppelstuk op beide kopse kanten vast met 2 parkers;
Plaats een rode afdichting op het koppelstuk;
Plaats vervolgens een rechthoekig pijpstuk of een verloopstuk naar rond;
Zet het rechthoekige pijpstuk of het verloopstuk op beide kopse kanten vast met 2 parkers;
Bevestig bij elk volgend rechthoekig pijpstuk of bij het verloopstuk de afstandsbeugels op de pijp ter
hoogte van het koppelstuk;
Zet de afstandsbeugels vast aan de wand, zodat het gewicht van de pijpen niet op het toestel rust.
Zorg ervoor dat de universele dakpan goed aansluit op de omliggende pannen;
Zorg ervoor dat de plakplaat goed aansluit op het platte dak.
alleen mogelijk na plaatsing van een concentrisch verloopstuk naar rond op de rechthoekige
aansluitstomp;
Plaats een concentrisch verloopstuk naar rond met behulp van een koppelstuk met bijbehorende
afdichtingen;
Zet het koppelstuk vast met parkers;
Zet het eerste ronde concentrische pijpstuk met 4 zelfborende parkers vast op het verloopstuk;
IN S TA L L AT IE HA N DL E I DI N G