IN S TA L L AT IE HA N DL E I DI N G Inhoud 1. Inleiding 2. CE-verklaring 3. VEILIGHEID 3.1 Algemeen 3.2 Voorschriften 3.3 Voorzorgsmaatregelen / veiligheidsinstructies bij installatie 3.4 Tweede thermokoppelbeveiliging 3.5 Oxypilot beveiliging 4. Uitpakken 5.
U dient deze installatiehandleiding volledig en zorgvuldig te lezen en te gebruiken, alvorens u dit toestel installeert. Indien u gebruik maakt van het DRU Powervent-systeem®, het DRU Smartvent-systeem® of het DRU Maxvent-systeem® dient u óók eerst de daarbij behorende installatiehandleiding volledig en zorgvuldig te lezen en te gebruiken alvorens u de installatie begint.
CE-label; Ø indien u een toestel installeert met een gesloten verbranding: gebruik uitsluitend de door DRU geleverde concentrische systemen; Ø indien u een vrijstaand toestel installeert: plaats het toestel op de minimaal aangegeven afstand vanaf de achterwand zoals verderop in de tekst aangegeven;...
I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G 3.4 Tweede thermokoppelbeveiliging (indien van toepassing, zie Bijlage 2, Tabel 2) Het kan zijn dat het te installeren toestel is uitgevoerd met 2 thermokoppels. Thermokoppel 1 bevindt zich altijd bij de waakvlambrander, thermokoppel 2 bevindt zich altijd elders boven de hoofdbrander.
Controleer of het toestel geschikt is voor de gassoort en gasdruk ter plaatse. !Let op !Tip Indien u dit toestel wilt ombouwen naar een andere gassoort neem dan contact op met de serviceafdeling van DRU en vraag naar de mogelijkheden. 5.2 Aansluiting 5.2.1 Gasaansluiting...
Wij adviseren altijd gebruik te maken van het Dru-bedieningsluik. In dit hoofdstuk wordt uitgegaan van een toepassing met bedieningsluik. Mocht u geen gebruik maken van een aanbevolen Dru-bedieningsluik, houdt dan de in hoofdstuk 5.4 tot en met Let op! 5.6 vermelde veiligheden en noodzakelijke instructies strikt in acht.
Niet bij alle toestellen wordt het Dru-bedieningsluik standaard meegeleverd. Wij adviseren desondanks alleen van een, eventueel los leverbaar, Dru-bedieningsluik gebruik te maken. Mocht u hier niet voor kiezen, dan dient u ten behoeve van de ingaande ventilatie een zo laag mogelijk geplaatste ventilatie-opening van 100 cm te maken.
I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G Ø Zorg dat er geen vuil in de gasleidingen en aansluitingen zit. Ø Sluit de gasleiding met gaskraan aan. Ø Ontlucht de gasleiding. Ø...
!Let op Gebruik uitsluitend het door DRU geleverde concentrische systeem. Dit systeem is samen met het toestel gekeurd. DRU kan de goede en veilige werking van andere systemen niet garanderen en accepteert hiervoor geen verantwoordelijkheid, of aansprakelijkheid; Gebruik voor aansluiting op een bestaand schoorsteenkanaal uitsluitend de door DRU geleverde aansluitset.
De ruimte er omheen wordt als verbrandingsluchttoevoer gebruikt. Bij aansluiting op een bestaand schoorsteenkanaal gelden de volgende eisen: alleen toegestaan met gebruik van de speciale DRU schoorsteenaansluitset. Het installatievoorschrift wordt meegeleverd; de inwendige afmeting moet minimaal 150 x 150 mm zijn;...
Het plaatsen van de ruiten gaat in omgekeerde volgorde van het verwijderen zoals hierboven is beschreven. !Let op Het DRU logo hoort in de rechteronderhoek; Draai de parkers niet te vast ter voorkoming van afbreken en/of doldraaien: vast=vast; Zorg ervoor dat de ruiten onderling goed op elkaar aansluiten.
I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G 5.11 Afstellen toestel Het toestel dient zo afgesteld te worden dat het goed functioneert in combinatie met het toegepaste afvoer systeem. Daartoe wordt eventueel een restrictieschuif geplaatst en/of wordt de luchtinlaatgeleider verwijderd. De voorwaarden voor toepassing met geveldoorvoer en dakdoorvoer staan vermeld in Bijlage 2, Tabellen 4,5 en 6.
IN S TA L L AT IE HA N DL E I DI N G 5.12 Plaatsen hout-/kiezelset Het toestel wordt geleverd met een houtset of een kiezelset. Het vermiculiet waarmee de branderbak wordt gevuld, is zwart bij toepassing van de houtset en naturelkleurig bij toepassing van de kiezelset.
Plaats de ontvanger in de daarvoor bestemde houder onder het toestel of in het bedieningsluikje volgens Bijlage 3, Afb. 39. Indien u gebruik wilt maken van een adapter, garandeert alleen een door DRU geleverde adapter een goede werking van de ontvanger.
IN S TA L L AT IE HA N DL E I DI N G Eindcontrole Ter controle van de goede en veilige werking van het toestel dient u de onderstaande controles uit te voeren vóór ingebruikname. 7.1 Gasdichtheid Alle aansluitingen dienen gasdicht te zijn. Controleer de aansluitingen op gasdichtheid. !Let op Het gasregelblok mag aan een druk van maximaal 50 mbar blootgesteld worden.
I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G 7.3.2 Hoofdbrander De waakvlambrander moet de hoofdbrander binnen enkele seconden en zonder ploffen ontsteken. !Let op De hoofdbrander(s) moet(en) vloeiend, zonder ploffen en over de volledige brander overlopen en blijven branden.
IN S TA L L AT IE HA N DL E I DI N G Onderhoud Het toestel dient eenmaal per jaar door een vakbekwame installateur op het gebied van gasverwarming gecontroleerd, gereinigd en eventueel gerepareerd te worden. In ieder geval dient de goede en veilige werking van het toestel gecontroleerd te worden. !Let op Sluit de gaskraan tijdens onderhoudswerkzaamheden;...
I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G Oplevering U dient de gebruiker vertrouwd te maken met het toestel. U dient haar/hem te instrueren over onder meer de ingebruikname, de veiligheidsmaatregelen, de werking van de afstandsbediening en het jaarlijkse onderhoud (zie de Gebruikershandleiding).
I NS T AL L A TIE H AN DL E I DI N G Bijlage 1 diagnose van storingen Storingzoekschema gassfeerkachels met electronische ontsteking: ontsteking en vlambeeld start 2.10 Ontsteekt hoofdbrander 2.06 Waakvlam kan 2.08 Ontsteekt de waakvlam gelijkmatig en vlot over de 2.01 Gaat de waakvlam aan? ontstoken worden.
Pagina 21
Vlammen: te hoog >5 mV zijn! is afvoersysteem toegelaten; Spanning 0 mV juiste muur/dakdoorvoer Voordruk. 2e thermokoppel defect. gebruikt, van merk 'DRU'; Branderdruk. Vlamoverloop hoofdbrander muur/dakdoorvoer mond uit Vlammen: vlambeeld scheef of op zeer traag. Neem acties in de voorgeschreven vlakken,...
Pagina 22
I NS T AL L A TIE H AN DL E I DI N G Storingzoekschema gassfeerkachels met electronische ontsteking: opstartcyclus (Mertik GV 60) Start 1.01 1.03 1.05 Piept ontvanger? Eén lange piep van 5 sec., Korte piepjes, 1 sec. na elkaar, (mogelijk voorafgegaan door 7 gevolgd door het klikkende geluid korte piepjes).
I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G Bijlage 2 Tabellen Tabel 1: Meegeleverde onderdelen Onderdeel Aantal Houtset / kiezelset Gloeimateriaal Bedieningsluik Handleiding bedieningsluik Installatiehandleiding Gebruikershandleiding Sierstrip links Sierstrip rechts Sierstrip beneden Afstelmal voor restrictieschuif Restrictieschuif...
Pagina 24
I NS T AL L A TIE H AN DL E I DI N G Tabel 2: Technische gegevens Productnaam Metro 130 XT-2 / XT-3 Soort toestel Inbouw Verbranding Gesloten verbranding Toe- en afvoersysteem Concentrisch 200/130 Uitvoering vlambeveiliging Waakvlam met thermokoppel...
Pagina 25
I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G Tabel 3: Voordruk bij gebruik van G31 Land mbar NL/DK/FI/NO/SE/HU/BA/GR FR/BE/IT/PT/ES/GB/IE Toelaatbaarheid en voorwaarden concentrisch systeem met geveldoorvoer Tabel 4: Voorwaarden voor afstellen van het toestel G20/G25/G31 Totale aantal Totale aantal meters...
Pagina 26
I NS T AL L A TIE H AN DL E I DI N G Bepalen toelaatbaarheid concentrische systeem bij toepassing dakdoorvoer Tabel 5: Bepalen toelaatbaarheid concentrische systeem G20/G25/G31 Totale aantal meters Totale aantal meters verticale en/of schuine pijplengte horizontale pijplengte geen bochten 2 bochten...
I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G Bijlage 3 Afbeeldingen 1327 1388 1395 1424 1281 1300 Metro 130 XT 2 38C-1612/0 Metro 130 XT 3 38C-1614/0 Tot. min 200 cm2 Metro 130 XT 3...
Pagina 28
IN S TA L L AT IE HA N DL E I DI N G Tot. min 200 cm2 Metro 130 XT 2 38c-1078...
Pagina 29
I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G 38C-1662/0...
Pagina 30
I NS T AL L A TIE H AN DL E I DI N G 38c-1664/0 38P-0165/1 38P-0164/1 38P-0167 38P-0166...
Pagina 31
I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G 38p-0023 38p-0022 38p-0028 38P-0169...
Pagina 32
I NS T AL L A TIE H AN DL E I DI N G 38P-0168 38P-0170 38P-0171...
Pagina 33
I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G 38P-0172 38P-0173 38P-0174...
Pagina 34
I NS T AL L A TIE H AN DL E I DI N G 38c-1657 /0 38P-0175 38P-0176...
Pagina 35
I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G 38p-0180 38p-0181 38p-0179 SECTION A-A SCALE 1 : 20 38p-0182 38C-1663/0...
Pagina 36
DRU Verwarming B.V. The Netherlands Postbus 1021, NL-6920 BA Duiven Ratio 8, NL-6921 RW Duiven...